259
wing. Hoewel zij van oordeel is, dat aan de praktij kvakken grote aan
dacht is besteed, bleek dit toch naar het algemene inzicht van onze
Commissie niet voldoende te zijn, terwijl de theoretische vakken meer
of minder topzwaar werden geacht.
In het voorlopig rapport, dat onze Commissie op 7 januari 1954
heeft uitgebracht, is een leerplan ontwikkeld met een volledig uur
schema.
Zijn wij wel ingelicht, dan is het leerplan voor de opleiding van
landmeetkundigen aan de M.T.S. te Utrecht nagenoeg conform aan het
programma dat door de M.N.O.-commissie is ontworpen. Dit leer
programma draagt een voorlopig karakter; het zal binnenkort nader
onder de loupe worden genomen door een Commissie, die onlangs
door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is
gevormd in het kader van de Commissie, die belast is met de taak het
gehele middelbaar technische onderwijs te herzien (M.T.O.-commissie
1952). Deze nieuwe commissie (subcommissie M.T.O.) staat onder
voorzitterschap van Prof. R. Roelofseen drietal leden van onze
Commissie is er in opgenomen, t.w. Ir. H. J. van Steenis, Ir. B. de
Boer en lr. F. Harkink. Alle schakeringen van de Nederlandse land
meetkunde zijn in deze subcommissie M.T.O. vertegenwoordigdmen
mag dus verwachten, dat de M.T.S.-opleiding in de toekomst op een
brede basis zal komen te staan en de landmeetkundige wereld allround
vaklieden zal schenken, waaraan deze wereld zo'n dringende be
hoefte heeft.
Nu dan de opleiding van middelbaar gevormde landmeetkundigen
een feit is geworden, rijst de vraag, of het afnemen van de examens
voor het N.L.F.-diploma al dan niet moet worden voortgezet.
Onze Commissie meent, dat de tegenwoordige N.L.F.-diploma's
inderdaad zullen kunnen verdwijnen en dat het afnemen van de
examens ervoor dient te worden gestaakt. Het instellen van het N.L.F.-
diploma toch is bedoeld geweest als een tijdelijke maatregel en door de
N.L.F. ter hand genomen, omdat de overheid verzuimde de studie
voor een soortgelijk diploma ter hand te nemen of te bevorderen. Het
blijven bestaan van het N.L.F.-diploma naast de M.T.S.-opleiding
zou trouwens de waarde van het diploma devalueren. Het diploma zal
echter voor zijn bezitters ook voor de toekomst zijn waarde blijven
behouden, omdat de maatschappelijke bruikbaarheid bewezen is. Zij
die het diploma behaalden, gaven blijk van hun behoefte aan theore
tische en praktische scholing en kunnen worden beschouwd als voor
trekkers op het vakgebied der landmeetkundige practici op hoger
niveau.
Dient dus het N.L.F.-diploma op den duur te verdwijnen, toch zal
een vrij ruime overgang niet kunnen worden ontbeerd. Immers, de
Utrechtse M.T.S. zal pas over twee jaar de eerste afgestudeerden
(sterklassers) afleveren. De meesten van deze jongelieden zullen dan
nog eerst hun militaire dienstplicht moeten vervullen, eer zij op de
arbeidsmarkt verschijnen. De Commissie stelt dan ook voor, nog
examens voor het N.L.F.-diploma te doen afnemen tot en met het