212
Een bijzonderheid van beide methoden, in het bijzonder die van
Gauss, is, dat de, waarnemingen zo vlot en gemakkelijk verlopen, dat
vele waarnemers geneigd zijn „veiligheidshalve" een overdre
ven groot aantal waarnemingen te doen, bedenkende, dat ze toch niet
kunnen gaan slapen. Aldus wordt de rekenaar overstroomd met een
te overvloedig waarnemingsmateriaal. De voor de hand liggende re
medie is het aantal waarnemingen tot een minimum te beperken door
een zorgvuldige sterrenkeuze vooraf. Hierbij dient echter te worden
opgemerkt, dat dit niet betekent een simpele, regelmatige verdeling
van de sterren in alle richtingen.
Bij toepassing van een der bovengenoemde methoden is de ge
middelde standaardafwijking 0,5" in de breedte en 0,045 sec 0,65"
in de lengte.
Niet onvermeld mag blijven een geheel verschillende methode vooi
de gelijktijdige bepaling van breedte en lengte en desgewenst ook
azimut ontworpen door de Fransman Gougenheim. Deze methode
bestaat in het waarnemen van de chronometertijd op het moment dat
een ster de verticale draad in het gezichtsveld passeert en het daarna
aflezen van de horizontale rand. Aldus neemt men verscheiden ster
ren waar, regelmatig in alle richtingen verdeeld. Een grafisch vereffe-
singssysteem is ontworpen, soortgelijk aan dat voor de methode van
Gauss. Voor verdere bijzonderheden verwijs ik naar het Bulletin Géo-
désique van 1954.
Een zeer interessante methode voor gelijktijdige breedte- en lengte
bepaling werd toegepast in Liberie. Ten behoeve van het kaarterings-
programma van deze republiek bepaalde de U.S. Coast and Geodetic
Survey 21 stations met een zenitcamera van Mann. De standaard
afwijkingen in breedte en lengte, bepaald uit vier foto's van de omge
ving van het zenit, bleken ongeveer 0,75" resp. 0,05 sec te zijn.
De nauwkeurige azimutsbepaling is nog steeds een van de lastigste
problemen in de geodetische astronomie. Met instemming citeer ik^het
Manual of Geodetic Astronomy van de U.S. Coast and Geodetic Sur
vey„there is, perhaps, no other geodetic operation in which the
choice of the method, the perfection of the instrument and the skill
of the observer enter so directly into the value of the result".
De principiële moeilijkheid ligt, zoals Prof. Tardi reeds zo vaak
heeft opgemerkt, in de combinatie van metingen op sterren, dus met
een grote kijkerhelling, en metingen op een terrestrisch punt, dus met
een kijkerhelling ongeveer gelijk aan nul. De onzekerheid omtrent
hetgeen precies gebeurt bij het neerslaan van de kijker geeft een on
zekerheid in het eindresultaat, die niet of niet geheel onthuld wordt
door de berekende standaardafwijking.
Hoewel een definitieve oplossing van dit belangrijke probleem waar
schijnlijk een zeer originele aanpak zou eisen, is het voor de hand
liggende middel ter verbetering van de klassieke methoden: de be
paling van het profiel van de doorsneden van beide rotatie-as-uiteinden.
Daarvoor is in Nederland een mechanisch-electronische methode ont
worpen.