275
metrie als meetmethode toch wel geheel aanvaard. Waar deze methode
kan worden toegepast doch nog niet wórdt toegepast, is dit door
gaans te wijten aan organisatorische problemen en andere factoren die
de geodeten zelf niet in de hand hebben. Dit is althans de mening die
ik hierover heb na gesprekken met andere deelnemers aan de Photo-
grammetrische Wochen.
Prof. Lehmann vestigde nog eensi nadrukkelijk de aandacht op het
gebruik van de zgn. raamkaarten. Het is zo goed als uitgesloten een
behoorlijk overzicht over een gebied te krijgen als men zich blijft
bedienen van „eilandkaarten". Indien de vliegrichting, de foto- en
kaartschaal en de afmetingen en de oriëntering van de kaart op de
juiste wijze op elkaar zijn afgestemd, kan hierdoor een grote arbeids
besparing worden verkregen bij de kaartering.
Het was de deelnemers ook toegestaan zelf een voordracht te hou
den indien zij dat wensten. Enkelen hebben daarvan gebruik gemaakt.
O.a. Prof. Schulz, Argentinië, die schetste wat allemaal nodig is om
een groot land als dat wat hij vertegenwoordigde (oppervlakte 3.000.000
km2) iri kaart te brengen. Merkwaardig is dan welke moeilijkheden
soms moeten worden overwonnen. Hij gaf hiervan een aardig
voorbeeld. Toen door de Topografische Dienst ten behoeve van de
primaire triangulatie van het land een net van driehoekskettingen
was geprojecteerd over de verschillende bergketens, leek dit de
hoofdambtenaren van het ministerie waaronder die dienst ressor
teert, te grillig. Zij veranderden het project in een waarbij de drie
hoekskettingen langs de meridianen en parallellen liepen, waardoor
de driehoekspunten doorgaans in de dalen kwamen te liggen. Men ziet
hieruit waartoe het kan leiden als niet-geodeten zich met geodesie
gaan bemoeien.
Prof. Hallert (Zweden) hield nog een gastvoordracht met zeer in
structieve lichtbeelden over de niet-topografische toepassing van de
fotogrammetrie. Het is zeer interessant iets te vernemen over in
strumenten waarmede de kauwbeweging van de kaken kan worden
geregistreerd of over instrumenten waarmede op een kooltje nauw
keurig de inhoud van een kolenhoop kan worden bepaald. Voor de
geodeet begint in het algemeen de fotogrammetrie pas te leven als
de restparallaxen in het geding komen.
Behalve de voordrachten en demonstraties stonden nog een tweetal
dagexcursies op het programma. Een naar de Wank, een bergtop nabij
Garmisch-Partenkirchen, waar door Prof. Finsterwalder en zijn
assistenten de terrestrische fotogrammetrie werd gedemonstreerd. De
tweede excursie gold een bezoek aan de Carl Zeiss-Werke te Ober-
kochen, waar speciaal aandacht werd geschonken aan die onderdelen
in het fabricageproces, die voor geodeten en fotogrammeters van be
lang zijn.
In grote lijnen gezien kunnen deze Photogrammetrische Wochen
als zeer geslaagd worden beschouwd. Daar de deelnemers in het alge
meen instellingen of diensten vertegenwoordigden, die nog slechts
weinig of in het geheel geen gebruik maken van de fotogrammetrie