307
gres. De regionale bijeenkomsten, die nu twee jaar geleden zijn
ingesteld, voldoen aan de verwachtingen. Over het tijdschrift
behoeft in het hoofdbestuur weinig gesproken te worden, daar
de redactie haar taak uitstekend verricht. Spreker brengt hulde
aan die redactie (applaus).
De door de N.L.F. ingestelde commissie inzake de landmeet-
technici meent, dat de tegenwoordige diploma's kunnen verdwij
nen, zodat de examens zouden kunnen vervallen. Betreffende
een regeringscommissie voor delimitatievoorschriften is bij het
Ministerie van Financiën nog geen beslissing gevallen. De sub
commissie van het M.T.O. ter vaststelling van het leerprogramma
voor de afdeling landmeten aan de M.T.S. te Utrecht is reeds
éénmaal bijeengekomen.
Tenslotte wijst de heer Wolthuis nogmaals op het in 1957 te
houden congres van het F.I.G.
6. Tot vertegenwoordigers in het hoofdbestuur van de N.L.F. wor
den benoemd de heren Ir. W. A. van der Werff en Ir. A. J.
Wytema.
7. De heren J. W. Resink (Gewone Dienst), Ir. H. de Ridder
(Ruilverkaveling), Ir. G. S. C. van Beek (B.L.W.) en C. B.
Bos (samenvatting) geven eerste indrukken van jonge landme
ters bij hun werk. (Deze voordrachten vindt men in het Orgaan
nr. 25 van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde.)
De voorzitter dankt de heren voor de uitstekende voordrachten.
Het was niet de bedoeling, zoals een der sprekërs meende, de tijd
te vullen, maar met vier jongere collega's tezamen het niveau te
bereiken van een voordracht van een hoogleraar of andere hoog
waardigheidsbekleder. Hierin zijn zij uitstekend geslaagd. De
heer Stoorvogel verklaarde, dat grote belangstelling voor de voor
drachten hem aanwezig deed zijn. Zij steunen de leiding van
ons dienstvak in haar streven naar modernisering. Het grote
verlangen naar periodieke samenkomsten om technische en ad
ministratieve problemen te bespreken, hoopt spreker tot uitvoe
ring te kunnen brengen. De problemen betreffende de delimi-
natie zijn echter moeilijk in voorschriften vast te leggen. Maar
anderzijds geeft een gebrek aan richtlijnen de bekoring de moei
lijkheden op te lossen. De leiding zal pogen de vernomen bezwaren
te ondervangen. De voorzitter meent, dat we de toekomst met
vertrouwen tegemoet kunnen zien, wanneer we constateren, dat
de Directeur van Kadaster en Hypotheken zo veel belangstelling
heeft voor de problemen, die zich in de praktijk van de jongeren
voordoen.
8. De bepaling van tijd en plaats van de volgende algemene vergade
ring wordt aan het bestuur overgelaten.
9. Bij de rondvraag richt de voorzitter enkele woorden tot het af
tredende bestuurslid, de heer Govers., die men in vele vereni
gingen als bestuurslid kent. Wij missen in hem een actief be
stuurslid, die steeds klaar stond om een probleem aan te vatten.