Litteratuuroverzicht
309
geacht en bemind werd, kwam tot uiting door de zeer grote belang
stelling bij zijn teraardebestelling.
Onze diepgevoelde deelneming gaat uit naar zijn vrouw en dochter,
voor wie hij een grote steun is geweest. Samen hebben zij het grote
leed dat hun in hun leven heeft getroffen, moedig gedragen en aan
vaard thans is voor haar dit grote gemis ontstaan.
Moge de omstandigheid, dat zeer velen in en buiten de kadastrale
wereld met grote waardering haar man en vader zullen blijven ge
denken, haar enige troost schenken.
E. Prinsen
Lustrumboek Snellius (1950-1955). 190 blz., 15 X 23 cm, foto
pagina's. Gebonden in stevige wijnrode linnen band met opdruk in
goud. Prijs: 9.45 (voor donateurs van Snellius 8.45). Besteladres:
Landmeetkundig Gezelschap „Snellius", Kanaalweg 4, Delft, post
rekening 104832.
Het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius", dat, zoals bekend mag
worden verondersteld, de vereniging van geodetische studenten aan de
Technische Hogeschool te Delft is, geeft ter gelegenheid van het
derde lustrum voor de tweede keer een lustrumboek uit. Evenals het
eerste lustrumboek, dat een zeer goed onthaal vond, heeft dit tweede
lustrumboek een zeer gevarieerde inhoud. Het wel en wee van het
gezelschap wordt er in beschreven, evenals de ervaringen van vele
studenten en afgestudeerden in het buitenland. Hoewel de bedoeling
was, deze keer in hoofdzaak de nadruk op de buitenlandse praktijk
te leggen, komen er een groot aantal waardevolle artikelen in voor,
die met de directe buitenlandse praktijk geen verband houden. Het
geheel is aantrekkelijk verzorgd en verlucht met vele, vaak geestige
pentekeningen. Aan de vele, speciaal voor de studenten en oud-studen
ten van belang zijnde gedeelten ga ik voorbij, hoewel deze ongetwijfeld
interessant zijn om te lezen. Statistische beschouwingen over nationale
en internationale verenigingsverbanden en landmeetkundige diensten in
Nederland, vermeld ik ook alleen terloops. Verder zal ik trachten, U
een indruk te geven van het geschrevene. Een „in memoriam Prof.
J. M. Tienstra", die een zo grote betekenis had voor de geodetische
studenten, ontbreekt natuurlijk niet.
Prof. Baarda begint met een artikel over de groei in en om Snellius.
Hij wijst op het hand in hand gaan van stabilisering in het studenten
leven en in de plaatsbepaling van het vak geodesie voor de geodetisc'h-
ingenieur, en vertelt daarbij wat over de eigenlijke rompstudie en de
specialisatie.
Prof. Roelofs schrijft over electriciteit en geodesie. Hoewel hij de
vele toepassingen van de electriciteit in de geodesie slechts in beknopte
vorm de revue laat passeren, wordt dit toch een uitgebreid verhaal,
waardoor men nog weer eens beseft, hoe groot de veranderingen zijn,
die in de laatste halve eeuw in dit vak hebben plaats gehad. Denkt U
maar eens aan de electrische kabeltelegrafie, de electromagnetische