14
behulp van de fotogrammetrie afstanden uit de opnamen kunnen
worden berekend, is zij krachtens haar aard een grafische methode.
Wanneer wordt de fotogrammetrie geacht te voldoen aan de eisen
die de praktijk stelt? De in de nieuwe Handleiding ontwikkelde theorie
over de verschillende fasen in de opmeting van een grens luidt als
volgtde grens wordt eerst gelimiteerd, dit wil zeggen, dat de voor
stelling van de grens op grond van de beschikbare gegevens wordt be
paald daarna volgt de idealisatie, de overgang van de concrete grens
naar het abstracte mathematische modelop dit model kunnen de
meting en de berekening worden toegepast. Blijkt dus uit een akte
of door aanwijzing van partijen, dat het midden van de sloot de
grens is, dan is de grens gelimiteerdde idealisatie, d.w.z. het vast
stellen van dit midden van een sloot, is bepalend voor de nauwkeurig
heid van het gehele proces. Nemen we aan, dat de meetnauwkeurigheid
in een dergelijk geval 3 cm is (ik ga hier niet verder in op een nadere
omschrijving van de aard van de nauwkeurigheid) en de idealisatie-
nauwkeurigheid 50 cm, dan ziet U, dat het geen zin heeft met een
dergelijke meetnauwkeurigheid te werken. In de gebieden met moeilijk
te idealiseren grenzen is de idealisatienauwkeurigheid dus de over
heersende factor bij de keuze van de te volgen meetmethode.
Op de luchtfoto moet de grens door de waarnemer, de fotogram-
meter, geïnterpreteerd worden. Bij de luchtfotogrammetrie is deze
interpretatienauwkeurigheid een soortgelijke factor in het uitwerkings
proces als de idealisatienauwkeurigheid bij de klassieke methode. Nu
mag fotogrammetrie worden toegepast voor een grafisch kadaster
indien de som van de idealisatienauwkeurigheid en de meetnauwkeu
righeid bij de opmeting van de in beschouwing genomen grenzen van
dezelfde orde van grootte is als de som van de interpretatienauw
keurigheid en de meetnauwkeurigheid volgens de fotogrammetrische
methode. Deze laatste meetnauwkeurigheid is afhankelijk van de op
nemingsnauwkeurigheid (van de camera) en de uitwerkingsnauwkeu
righeid (van het instrument waarin de opnamen worden uitgewerkt).
Dat bij een grafisch kadaster ook de schaal van de kaarten van
invloed is op de nauwkeurigheid is duidelijk. Immers stelt men de
uitpassingsnauwkeurigheid op 0,13 mm in de kaart, dan betekent dit
voor kaarten op schaal 1iooq en 1 2000 resp. 15 en 30 cm in het
terrein.
Als kaartmateriaal wordt tegenwoordig veelvuldig plastic materiaal
gebruikt, dat het voordeel heeft doorzichtig te zijn, hetgeen van be
lang is voor de vervaardiging van reproducties en dat bovendien aan
redelijke eisen van maatvastheid bij wisselende temperatuur en vochtig
heidsgraad voldoet. Toch wensen we nog meer maatvastheid van dit
of ander geschikt materiaal.
Het behoeft geen verwondering te wekken, dat de toepassing van
de fotogrammetrie, gezien de gecompliceerdheid van de problemen die
zich voordoen, de pennen in beroering heeft gebracht. In het twist
gesprek omtrent een grafisch of numeriek kadaster heeft Pfitzer een