16
heeft geleverd bij de vervaardiging van lenzenstelsels in de opname
camera en de uitwerkingsinstrumenten? Of zijn we in de fotogramme-
trie aan de grens van het mogelijke gekomen?
In ieder geval zullen de beoefenaren van de planologische geodesie
de ontwikkeling van al de bij de uitoefening van de geodesie betrokken
technieken oplettend moeten gadeslaan, opdat zij de nieuwe mogelijk
heden ten volle uitbuiten.
Aan het eind van mijn beschouwingen gekomen zijnde, zij het mij
vergund mijn dank uit te spreken jegens Hare Majesteit de Koningin
voor mijn benoeming tot gewoon hoogleraar aan de Technische Hoge
school.
Mijne heren Curatoren,
Ik ben ervan overtuigd, dat de instelling van de leerstoel voor
planologische geodesie de volle instemming heeft van de geodeten in
ons land. Voor Uw medewerking om mij voor te dragen als hoog
leraar voor deze nieuwe leerstoel, ben ik U zeer erkentelijk. Ik ben mij
ervan bewust met de aanvaarding van dit ambt een grote verant
woordelijkheid op mij genomen te hebben. Het door U in mij gestelde
vertrouwen hoop ik niet te beschamen.
Ik moge een beroep op Uw medewerking doen, eventuele bijzondere
regelingen te treffen, opdat ik mijn taak, waarbij uiteraard veel
vuldig terreinbezoek noodzakelijk zal zijn, op de juiste wijze kan
uitvoeren.
Mijnheer de Rector-Magnificus,
Mevrouw en mijne heren Hoogleraren,
In mijn rede heb ik laten uitkomen, dat de planologische geodesie
vele raakvlakken heeft met andere aan deze Hogeschool gedoceerde
wetenschappen. Bij velen Uwer zal ik wellicht om raad komen, ten
einde mij bij te staan in de oplossing van problemen die onze weder
zijdse belangstelling hebben. Ik vertrouw, dat de samenwerking we
derkerig van aangename aard zal zijn.
Mijne heren Ambtgenoten in de Afdeling der Weg- en Waterbouw
kunde,
In de loop der tijden is de band tussen de geodesie en de weg- en
waterbouwkunde losser geworden. In de korte tijd dat ik in mijn
nieuwe functie werkzaam ben, ben ik tot het inzicht gekomen, dat
in de naaste toekomst een vruchtbare samenwerking tot stand kan
komen. Het zal mij een genoegen zijn mijn bijdrage aan deze ont
wikkeling te mogen geven.
Hooggeleerde Roelofs en Baarda,
De door U beiden bestudeerde theoretische onderwerpen dienen als
gronds'ag voor mijn werk op het terrein van onderwijs en onderzoek.
Slechts nauwe samenwerking kan leiden tot vruchtdragend onderwijs