Litteratuuroverzicht
26
raadslieden een door partijen aanvaard voorstel doen. Naar aanleiding
hiervan vond een comparatie van partijen onder leiding van een der
rechters ten huize van Van Elk plaats, waarbij het volgende resultaat
werd bereikt.
Van Elk zal na de ruilverkaveling de betwiste dam krijgen, doch een
zelfde oppervlakte grond op een andere plaats afstaan. De zaak werd
verwezen naar de rol van de eerstvolgende civiele zitting voor
royement.
De „kaveluitzetting" heeft inmiddels plaats gehad en juridisch zal
de zaak geen problemen meer opleveren. Voor beide partijen is hier
mee een betere oplossing bereikt, terwijl de ruilverkavelingsdienst
een belangrijke beslissing van de Hoge Raad rijker is geworden.
Arnhem, september 1955.
Ir. A. Govers, De ruilverkavelingswet 1954 in de praktijk. 116
blz. met 3 bijvoegsels. 10 X 15 cm. Prijs 2,2.5. Uit de serie „het
moderne bedrijfsleven", Nederlandsche Uitgeversmaatschappij n.v.
Leiden, 1955.
Eindelijk een boekje, geschreven door een landmeter met een jaren
lange ruilverkavelingservaring en volkomen afgestemd op de praktijk.
Hiernaar is al lange tijd uitgezien, omdat de tot nu toe uitgegeven
werken de ruilverkaveling te algemeen behandelen.
Het grootste deel van de tekst is gewijd aan de beschrijving van de
ruilverkavelingsprocedure. De inleidende hoofdstukken „Kort histo
risch overzicht" en „De betekenis der hedendaagse ruilverkaveling
voor de Nederlandse landbouw" zijn beknopt gehouden. Het derde
hoofdstuk „De ruilverkavelingswet 1954" is onderverdeeld in drie
paragrafen„Algemene bepalingen", „De ruilverkavelingsovereen
komst" en „Ruilverkaveling uit kracht van de wet". De laatste para
graaf bestaat uit twaalf onderdelen. Het vierde hoofdstuk geeft
„Enkele getallen". Tenslotte volgt de wettekst. Bovendien zijn twee
grafieken en acht foto's tussen de tekst opgenomen. De drie bij
voegsels zijn kaartjes, nl. een overzicht van de stand in de uitvoering
van de verkavelingen in ons land en een tweetal voorbeelden.
In het bijzonder wil ik aandacht schenken aan het derde hoofdstuk,
daar ik dit, gezien de doelstelling van het boek, het belangrijkste acht.
De algemene indruk die ik van dit gedeelte heb verkregen is tweeledig
ie. de schrijver is er in geslaagd de ingewikkelde stof zeer overzichte
lijk te behandelen;
2't. het komt mij voor, dat iets te vlug tot uitgave van het boekje is
overgegaan. In vele gevallen is de woordkeuze niet gelukkig ge-,
weest, waardoor taalkundige en feitelijke onjuistheden in de tekst
zijn geslopen. De schrijver zal na een rustige herlezing de nodige
correcties zelf kunnen aanbrengen. Ik moge hier enkele gevallen
noemen