27 biz. 24, 15e regel van onderen: „Zijn propaganda enz. berusten op blz. 25, 7e regel van onderen(de landmeter) „maakte de ruilver kavelingsakte". Hoewel de landmeter alle gegevens levert, maakt toch in de meeste gevallen de notaris de akte op. blz. 30, 10e regel van boven: „gebruiksbestemming" moet zijn „ge- bruikstoestand". Ook de in de volgende alinea getrokken conclusie is m.i. niet geheel juist, blz. 48, ie regel onder F„Een ruilverkaveling kan slechts wor den aangevraagd door:". Het woordje „slechts" vestigt de indruk, dat maar weinig mogelijkheden tot aanvraag van een ruilverkaveling bestaan. Ik geloof, dat de wet juist zeer veel mogelijkheden biedt. In art. 31 staat „uit sluitend". blz. 73, 8e regel v.o.„Onwillige eigenaren kunnen door middel van de sterke arm bij voorraad in het bezit van hun nieuwe kavel worden gesteld." Integendeel kunnen zij worden verwijderd van hun oude percelen. De goedwillen de eigenaren maken juist gebruik van de in art. 94 ge boden mogelijkheid, in het bezit van hun nieuwe kavel te worden gesteld. Ik vertrouw, dat in een volgende druk de nodige verbeteringen worden aangebracht, waardoor het werk in waarde zal stijgen. De schrijver heeft bij de bespreking van de vraag op welke waarde men recht heeft bij de toedeling vooral grote aandacht besteed aan de schatting. De oude en de nieuwe methode zijn behandeld. Hij is erin geslaagd de aandachtige lezer een indruk te geven van de moeilijke problemen die aan de schatting kleven. Hij laat zijn kadastrale hart spreken als hij het heeft over de verkeerde tenaamstellingen bij het kadaster. Het is goed, dat op deze zaak uitvoerig is ingegaan. Bij elke stemming blijkt opnieuw de onkunde van het publiek op dit gebied. De aan de P.C. gegeven raadgevingen aangaande de uitvoering van werken op het terrein (blz. 57 en 68) en de financiële verantwoorde lijkheid van de P.C. (blz. 73) mogen gerust met hoofdletters worden gedrukt, zo belangrijk zijn ze. Ondanks de in het boekje voorkomende fouten wil ik het toch gaarne aanbevelenhet kan inderdaad een handleiding zijn voor ieder die met ruilverkaveling te maken heeft, zoals de bedoeling van de schrijver is. Is het boek van Bouwman meer op de landbouwkundige zijde gericht en voor het landbouwonderwijs geschikt, dat van Govers is een goede aanvulling hierop voor diegenen die direct bij de uitvoe ring van een ruilverkaveling betrokken zijn: ambtenaren van de ruil- verkavelings- en cultuurtechnische dienst, de leden van de P.C. en de belanghebbenden in het blok. Prof. ir. G. F. Witt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 29