28
H. de Schrijver. Practische handleiding bij het schatten van on
roerende goederen. 3e druk, 472 blz., 15 X 24 cm. Prijs B.Fr. 260.—.
Uitgeverij Simon Stevin, Zennestraat 37, Brussel.
Voor dit uitstekend verzorgde werk geldt hetzelfde als voor het
Duitse werkje „Die Baulandbewertung", dat ik in dit tijdschrift van
augustus 1955 besprak: „Het is eigenlijk geen spek voor onze bek."
De Nederlandse landmeter schat niet en daarom kunnen we van dit
werk dan ook slechts kennisnemen als belangstellende.
Het omvangrijke werk wil, zoals de schrijver zegt, „een trage vrucht
zijn van lastige studie, getoetst aan jarenlange practijk en ervaring."
Het boek dat hier besproken wordt „stuurt er niet op aan een onmid
dellijke en wel bepaalde oplossing te brengen van al de problemen, zo
verschillend van aard, waarvoor het advies van de deskundige ge
vraagd wordt, maar het brengt een algemene practische leiding', zegt
de heer J. Roupcinsky (deken van het Belgisch Landmeterskorps) in
zijn voorwoord bij deze derde druk. En hiermede is dit werk goed
getypeerd.
„De meest bevoegden onder ons," merk De Schrijver op, „hebben
hun wetenschap overgeërfd van een vader, een familielid of wel eens
van een nauwgezet leermeester, die hun zijn aartsvaderlijk notaboekje
heeft nagelaten met de zorgvuldige aantekening zijner bevindingen of
met hetgeen de Fransman noemt les petits secrets du métier."
Hiermede heeft de heer De Schrijver willen afrekenen. In zijn
omvangrijk boek behandelt hij consciëntieus alle factoren die invloed
kunnen hebben op de waardebepaling. Houdt men bij de bepaling van
de waarde van een onroerend goed rekening met deze factoren, dan
krijgt deze bepaling een meer gefundeerde betekenis.
Hij heeft dus niet getracht, zoals de schrijver van het hiervoor
genoemde Duitse werkje, ieder geval in zijn eigen hokje te stoppen,
maar geeft de deskundige-schatter een aantal factoren in de hand,
waarmede deze, met zijn persoonlijke visie, kan komen tot een zo goed
mogelijk verantwoorde bepaling van de waarde van het gevraaede
object. 6
Het werk, dat typografisch keurig verzorgd is, geeft ons een in
teressante kijk op bepaalde Belgische toestanden en bevat voor hem
die zich wil oriënteren op dit gebied, een ware schat van gegevens.
V/ij wensen onze Belgische collega's geluk met deze voor hen onge
twijfeld belangrijke aanwinst van hun vakbibliotheek. A. G.
Zeitschrift für Vermessungswesen, 1955, Nr. 11, blz. 384 e.v.
H. Harry, Bern. Methodische und organisatorische Fragen zur Ra
ti onalisierung im Vermessungswesen.
In deze voordracht, gehouden in 1955 voor de 40ste geodetendag
te Brunswijk, gaf het hoofd van het Zwitserse kadaster voor Duitse
vakgenoten een beschouwing over Zwitserse vragen en antwoorden
in hun beroep. Hier volgt een samenvatting van de inhoudde lectuur
van het artikel zelf wordt aanbevolen.
Evenals in Duitsland heeft in Zwitserland het landmeten verschil-