7 de ruilverkaveling werd het mogelijk woeste gronden, de heide- en broekgronden, of slecht in cultuur zijnde percelen, te ontginnen, respectievelijk te herontginnen. Betere ontsluiting en ontwatering schiepen deze mogelijkheden. Deze terreinen waren uit den aard der zaak laag geschat. Daardoor waren de ruilverkavelingskosten juist voor deze percelen zeer laag, hoewel het voordeel voor de eigenaar van deze gronden uitermate groot was. Bij de wetswijziging van 1941 liet men daarom de waarde als basis voor de kostenomslag los en werd bepaald, dat de kosten over de nieuwe kavels naar de grootte werden omgeslagen. Dus nu niet meer als grondslag de waarde van het oorspronkelijk bezit, maar de grootte van de tengevolge van de ruilverkaveling verkregen nieuwe eigendom. En iedereen juichte, dat de billijkheid na 16 jaar ruilverkavelingserva ring had gezegevierd U zou verwachten, dat in deze aangelegenheid, die in vele beschou wingen van deskundigen grondig was behandeld, het laatste wooid was gezegd. Ik moet U helaas teleurstellen. Helaas, omdat de in 1941 ingevoerde methode betrekkelijk eenvoudig was en bovendien naar het oordeel van zeer veel bij de ruilverkaveling betrokken personen een eerlijke verdeling van de kosten leverde. Tegen de kostenaanslag wer den altijd zeer weinig bezwaren ingediend. De ruilverkaveling is in de loop van haar 30-jarig wettelijk bestaan een steeds ingewikkelder proces geworden. De ruilverkavelingswet 1954 toonde eveneens een groei in omvang en gecompliceerdheid t.o.v. de vorige wetten. Het spreekt vanzelf, dat het in de lijn der ver wachtingen lag, dat een wijziging in de methode van de kostenomslag evenmin vereenvoudiging tengevolge zou hebben. De verwachtingen werden dienaangaande ver overtroffen. De kostenomslag werd geba seerd op twee schattingen, één schatting van de gronden vóór de ruil verkaveling en een tweede schatting nadat op de gronden ruilverkave ling was toegepast. Deze schattingen worden met ver vooruitziende blik uitgevoerd. Men schat bij de eerste schatting tevens wat de waarde van de grond na de ruilverkaveling zal zijn. Hiervoor wordt een uitgebreid systeem van schatting opgezet, met invoering van talrijke toeslagen en aftrekken. Het verschil tussen de tweede en de eerste schatting geeft de kosten, of althans bij benadering de kosten. Opmerkelijk is overigens, dat de gedachte vervolmaking van de kostenberekening vermoedelijk een veel grovere schatting dan de vroe gere tengevolge heeft. U begrijpt, dat dergelijke ingrijpende wijzigingen in de wetgeving gevolgen hebben voor de verwerking van de schattingsgegevens op schattingsveldkaarten en werkkaarten, en in rekenformulieren en registers. De gewijzigde methoden op administratief en boekhoudkundig ge bied oefenen eveneens invloed uit op de ruilverkavelingstechniek. Een groot gedeelte van de ruilverkavelingsboekhcudmg moet weiden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 9