64
De verticale verplaatsing bedraagt (in mm) 23 sec li en is dus voor
velerlei doeleinden te verwaarlozenals men er een correctie voor
wil aanbrengen, moet men 23 X sec h optellen bij de hoogte van de
tweede asde fout in de verticale hoek bedraagt cos h, als h
de verticale hoek voorstelt en D de horizontale afstand in m.
Beide fouten worden zo goed als geheel geëlimineerd als men de
kijker doorslaat. De zijdelingse verplaatsing bedraagt nul als men de
micrometerknop op nul zetoverigens is deze fout te verwaarlozen
t.o.v. richt- en centreerfouten.
Men moet ervoor zorgen, dat bij de meting de baak loodrecht staat
op de verbindingslijn richtpunt -instrument; een richtkijkertje in de
baak maakt het mogelijk, zowel voor de waarnemer als voor de baak
houder, deze voorwaarde te controleren.
De kijker heeft een vergroting van 28 en een objectiefopening van
45 mm; dientengevolge is de diameter van de uittreepupil ruim 1,5 mm,
dus vrij groot, wat bij het waarnemen zeer prettig is.
De verdelingen, zowel van de rand als van de baak, zijn alle
van links naar rechts oplopend, wat de kans op vergissingen
vermindert. Wordt vervolgd
Ir. G. J. BRUINS,
Lector aan de Technische Hogeschool te Delft:
Een internationale ijkbasis in de Loenermark
1. Eén van de resoluties, aangenomen door de Internationale Geo
detische en Geofysische Unie tijdens haar congres te Rome in
september 1955, handelt over de hervereffening van het Europese
driehoeksnet. Daar bij de vereffening van zulk een driehoeksnet de
waarnemingen zoveel mogelijk een homogeen karakter moeten hebben,
beveelt bovengenoemde Unie onder meer aan, dat ieder land of enkele
landen in combinatie een standaardbasis zullen aanleggen, waarvan
de lengte volgens een zelfde principe (de methode van Vaisala) zeer
nauwkeurig zal worden bepaald. Aldus verkrijgt men basissen met een
uniforme lengte-eenheid. Deze basissen zijn dan speciaal bedoeld als
ijkbasis, m.a.w. men kan er de hulpmiddelen voor primaire afstands
meting (bv. invardraden of -banden, geodimeters) op ijken tijdens de
meting of ter controle van een andere, meestal langere, basis, die dient
als grondslag voor een primair driehoeksnet. Het is dus geen strikte
eis, dat de ijkbasis zelf door een of andere rombische vergroting aan
een zijde van het primaire net wordt aangesloten. Is dit mogelijk, des
te beter, maar deze omstandigheid is van secundair belang. Primair
is de met grote nauwkeurigheid en op uniforme wijze uitgezette
afstand.
Op verzoek van de Rijkscommissie voor Geodesie zullen twee Finse
geodeten, Dr. Kukkamaki en Dr. Honkasalo, waarschijnlijk a.s. zomer,
in de Loenermark bij Apeldoorn een dergelijke ijkbasis meten volgens
0,023