81 lk geef toe, dat het toch nog moeite genoeg zal kosten op tijd be slissingen te krijgen, maar dat is een kwestie van organisatie en timing, waarvoor in het bijzonder de landmeter, die het best de procedure kan overzien, verantwoordelijk is. Hij maakt in overleg met de hoofd ingenieur-directeur van de Cultuurtechnische dienst het werkpro gramma op, waarin alle kwade kansen voldoende verdisconteerd moeten zijn. De uitvoering van de ruilverkaveling hoeft dan niet meer tijd te kosten. Wat die tijd betreft is G. van mening, dat onderdelen als pacht- registratie, schatting en splitsing van het plan van ruilverkaveling, deze ongunstig zullen beïnvloeden. Op blz. 85 van de jaargang 1955 van dit tijdschrift spreekt hij zelfs van 25 a 30 werkvermeerdering. Ik ben het daarmee niet eens. De werkzaamheden blijven dezelfde, maar zijn in onderdelen iets anders. Bovendien hebben we bij het ont werpen van nieuwe formulieren naar de eenvoudigste werkwijze ge zocht. Het plan van ruilverkaveling behoeft niet steeds gesplitst te worden in een plan van toedeling en een lijst van geldelijke regelingen. Dit is bedoeld voor die gevallen, dat er uitgebreide cultuurtechnische wer ken zijn, waardoor volgens de oude wet de opmaking van het plan van ruilverkaveling en dus de akte en de kadastrale toepassing soms tot jaren na de inbezitneming moeten wachten. Dat slepen van de administratie kost tijd, meer dan het splitsen van het plan van ruil verkaveling vermoedelijk. De lijst van geldelijke regelingen is een eenvoudig stuk en vergt weinig tijd. Alleen moet worden afgewacht of het aantal reclames door de splitsing misschien groter wordt. Maar dat aantal wordt bij de totale ruilverkaveling toch al vrij groot. Ik durf zelfs beweren, dat de ruilverkavelingen minder tijd zullen kosten. De gemiddelde grootte van de blokken neemt toe en daarmede het gemiddelde bezit en gebruik. Vooral de laatste factor geeft tijds besparing. En dan moeten we niet vergeten, dat uit de luchtkaar- tering nog veel te halen is en dat geleidelijk veel meer mechanische reproductiemethoden kunnen worden ingeschakeld. De assistentie van de Dienst voor buitengewoon landmeetkundig werk voor de meet kundige grondslag, al of niet in verband met luchtkaartering, en van het Centraal teken- en opleidingsbureau voor de berekening hiervan en van de schatting en werkplans 2, moet ook niet over het hoofd worden gezien. En dan beginnen ervaring en routine een woordje mee te spreken. Van de 80 op 1 juli 1952 gereed gekomen ruilverkavelingen met een totale grootte van ruim 62000 ha berekende ik indertijd, dat ze gemiddeld 3,3 dag per ha gekost hadden. Dit resultaat werd zeer ongunstig beïnvloed door de oorlogsjaren en door het feit, dat de dienst in 1940 plotseling werd uitgebreid van ca. 20 tot 100 man. Het duurt jaren, voordat men de nodige ervaring heeft, hetgeen vooral geldt voor de landmeter die voor de organisatie verantwoordelijk is. Zoals blijkt was de gemiddelde grootte ongeveer 800 ha tegen 1800 ha nu. Dat maakt een groot verschil.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 31