zich te zeer vreemdeling gevoelde, om in een vaktijdschrift op verant woorde wijze dit werk te bespreken. Dat hij ten slotte heeft gemeend, aan dit verzoek gehoor te moeten geven, is alleen te danken aan de belangstelling die hij sedert veertig jaar heeft gekoesterd voor het leven van Gauss en voor zijn werk op het gebied der zuivere wiskunde. i. Het tijdperk der voorbereiding (1794-1816) C. F. Gauss werd op 30 april 1777 in Braunschweig geboren. Zijn briljante aanleg voor de wiskunde kwam reeds op jeugdige leeftijd tot uiting. Door financiële steun van de hertog van Braunschweig werd hem de mogelijkheid tot studie aan de universiteit van Göttingen geopend. Reeds in zijn eerste studiejaar deed hij grote ontdekkingen op het gebied der getallentheorie, en kort na zijn promotie in 1799 aan de universiteit van Helmstedt wist hij zich een plaats te verwerven onder de grootste mathematici van alle tijden door de publicatie van zijn onsterfelijk meesterwerk over getallentheorie: Disquisitiones arithmeticae (1801). Het wetenschappelijke leven van Gauss is gekenmerkt door het bij zondere feit, dat behalve de meest abstracte onderzoekingen ook de concrete toepassingen een bijzondere attractie op hem hebben uit geoefend. Reeds tijdens zijn studietijd en in de eerste jaren na zijn promotie heeft Gauss zich terloops met praktisch geodetisch werk beziggehouden. Zo heeft hij in 1799 de overste Lecoq bij de astrono mische waarnemingen en berekeningen doeltreffend geholpen, toen eerstgenoemde voor militaire doeleinden een triangulatie van Westfalen uitvoerde. In 1802, toen Gauss nog geen functie bekleedde, richtte hij zich tot de astronoom Von Z a ch met het verzoek hem in de gelegenheid te stellen, zich te oefenen in praktische waarnemingen, met de bedoeling zich te bekwamen tot praktisch astronoom. Von Zach trachtte met klem hem van dit voornemen af te brengen met de woorden„Sie werden bei praktischer Astronomie eine kostbare Zeit verlieren, die Sie tausendmal besser und nützlicher anwenden können. Ein Mensch, der etwas Besseres machen kann und was nur wenige Menschen machen können, muss nicht machen wollen, was so viele Menschen machen können". Omdat Gauss echter bleef volhouden, leende hij hem tenslotte een sextant, een kunstmatige horizon, een klok en een kijker, en alle raadgevingen ten spijt, begon Gauss zich gedurende de jaren van 1803 tot 1805. zelfstandig te oefenen in waar nemingen en metingen. V011 Zach bracht Gauss in kennis met Von Ende, die bezig was met lengte- en breedtebepalingen in de omgeving van Braunschweig. Hoewel Gauss bij deze waarnemingen krachtig heeft geholpen en de gelegenheid heeft gebruikt zich te bekwamen in de techniek van de landmeetkundige metingen, kan deze periode ten hoogste worden aangemerkt als een leertijd voor zijn verdere zeer belangrijke werk. Een geheel nieuw element bij de berekeningen vormde de eliminatie van de waarnemingsfouten volgens de methode

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 38