90
In 1813 verliet Schumacher Kopenhagen om het ambt te aanvaar
den van directeur van de sterrenwacht van Mannheim. Gauss ver
heugde zich zeer over deze verandering, omdat hij hoopte, dat de
dichte nabuurschap gelegenheid tot samenwerking zou geven. Gauss
had het plan opgevat, Mannheim en Göttingen door middel van een
driehoeksnet te verbinden. Dit plan viel echter in duigen, toen Schu
macher reeds in 1815 naar Kopenhagen terugkeerde, ditmaal als ge
woon hoogleraar.
Op 8 juni 1816 schreef Schumacher aan Gauss een brief, die voor
ons van historische betekenis is geworden (G-Sch Nr. 68). Hij deelde
daarin mede, dat de koning van Denemarken gelden beschikbaar had
gesteld voor de uitvoering van een breedtegraadmeting van Skagen
tot Lauenburg (4J4 breedtegraad) en een lengtegraadmeting van
Kopenhagen tot aan de westkust van Jutland (42/3 lengtegraad). Schu
macher stelde zich voor, dit werk te beginnen als hij de reeds bestelde
instrumenten zou hebben ontvangen. Tegelijk nodigde hij Gauss uit,
de meridiaanmeting door Hannover zuidelijk voort te zetten tot aan
Gotha, of wellicht totdat aansluiting zou zijn verkregen met het Beierse
driehoeksnet, om daarna verder gezamenlijk met hem een basis te
meten in de omgeving van Hamburg.
Op S juli antwoordde Gauss in een enthousiaste brief, dat hij buiten
gewoon graag in de toekomst de metingen in het koninkrijk Hannover
zou willen voortzetten, maar dat op het ogenblik alle fondsen nog
moesten worden besteed aan de inrichting van de sterrenwacht. Gauss
sprak zijn overtuiging uit, dat de regering van Hannover daarna het
lichtende voorbeeld van de koning van Denemarken ongetwijfeld zou
volgen. Verder vertelde hij over zijn voornemen, een nieuwe methode
uit te werken voor de berekening van de gemeten driehoeken, en zijn
plan de berekening van de hoofddriehoeken zelf ter hand te nemen
(G-Sch. Nr. 69).
Er waren verschillende argumenten die voor Gauss de uitvoering
van een triangulatie, i.h.b. een breedtegraadmeting aantrekkelijk maak
ten. In de eerste plaats zag hij hierin een prachtig toepassingsgebied
op grote schaal van de door 'hem als jeugdig leerling reeds in 1795
geconcipieerde methode van de kleinste kwadraten. Maar de tweede
en voornaamste beweegreden lag verscholen in de wens, eindelijk eens
de vorm en de afmeting van de aardellipsoïde, in het bijzonder de
afplatting, met grotere nauwkeurigheid te bepalen dan bij vroegere
metingen het geval was geweest, zoals bij de beroemde Franse graad
meting van Méchain en Delambre.
Ondanks het enthousiasme van Gauss voor de plannen van Schu
macher, kon er toch voorlopig van deze samenwerking niets komen.
Het tijdstip was daartoe niet gunstig gekozen. Behalve door de zorg
voor de inrichting van de nieuwe sterrenwacht, werd Gauss in de
zomer van 1816 volledig in beslag genomen door theoretische onder
zoekingen (getallentheorie, storingstheorie, niet-euclidische meetkunde).
Verder had hij gebrek aan geoefende hulpkrachten, terwijl bovendien
de financiële bezwaren voor het op touw zetten van zulk een onder-