100 massig so wenig reinen Gewinn geerntet hatte. Ich habe viel, viel Schönes herausgebracht, aber dagegen sind meine Bemühungen über andere oft Monate lang fruc'htlos gewesen." (G-O, II, p. 438, (3)). Na een lange harde worsteling had Gauss in de herfst van 1826 zijn doel in dit gebied bereikt en op 8 oktober 1827 kon hij aan de Academie van Wetenschappen te Göttingen een klein geschrift over leggen, dat van klassieke betekenis is geworden voor de geschiedenis van de wiskunde, als zijnde de grondslag van de differentiaalmeet kunde, onder de titelDisquisitiones generales circa superficies curvas (II). Het zou ons te ver voeren hier verder in te gaan op de rijke inhoud van dit klassieke slechts 47 bladzijden tellende geschrift. Wij willen volstaan met de vermelding van enkele hoofdpunten. Als uit gangspunt is door Gauss de sferische afbeelding van willekeurige oppervlakken gekozen. Dan wordt het belangrijke begrip kromtemaat in een willekeurig punt gedefinieerd waarin R1 en R2 de twee Zioo/rfkromtestralen van het oppervlak in dat punt voorstellen). Hier uit wordt de grote stelling („theorema egregium") afgeleid over de invariantie van de kromtemaat bij willekeurige buiging (zonder rek king) van het gebogen oppervlak. In aansluiting hieraan volgt de stel ling over de oppervlakte van het sferisch beeld van een geodetische driehoek. Deze oppervlakte is evenredig met het sferisch exces (resp. defect). Het werkje wordt besloten met de vroeger vermelde uitbrei ding van de stelling van Legendre. In augustus 1828 vroeg Gauss om een kort verlof wegens zijn slechte gezondheidstoestand, veroorzaakt door de ingespannen arbeid. Hij gebruikte dit verlof om een fysisch congres in Berlijn bij te wonen. Hij was daar drie weken de gast van Alexander von Hu m- b o 1 d t. Het was bij die gelegenheid, dat hij voor het eerst kennis maakte met de jonge geniale fysicus Wilhelm Weber (1804- 1891). Deze kennismaking betekende een keerpunt in het leven van Gauss; door zijn toedoen werd Weber in 1831 als hoogleraar in de natuurkunde in Göttingen benoemd. Een tijdperk van innige vriend schap en samenwerking volgde, waarbij de belangstelling van Gauss van de geodesie naar de natuurkunde werd verschoven. Met dit tijd perk heeft Gauss het vierde hoogtepunt van zijn wetenschappelijke werk bereikt. Het eerste was zijn werk op getallentheoretisch, analy tisch en algebraïsch gebied tussen 1796 en 1800, het tweede was voor namelijk aan de astronomie gewijd .(1800-1820), het derde vormt het door ons besproken tijdperk der geodesie, dat werd gevolgd door het van 1830-1840 durende tijdperk der fysica. Toch betekenden de geschetste gebeurtenissen nog geen volledig afscheid van de geodesie. Want nadat de interne wrijvingen tussen universiteit en autoriteiten in 1837 de beruchte afzetting van zeven der Göttinger docenten ten gevolge had gehad („Göttinger Sïeben"), waaronder Ewald, de schoonzoon van Gauss, benevens Weber, en in aansluiting daarop Wilhelm Weber in 1843 in Leipzig werd be noemd, ging de grote aantrekkingskracht voor fysische onderzoe- K1 K2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 50