B f 123 wing. De grove en de fijne scherp.stelling kunnen nl. met één knop tot stand worden gebracht met een verhouding 5 op i. Als men de draairichting van de grove scherpstelling omkeert, werkt de fijne scherpstelling gedurende enige tijd. Wij zullen thans de werking van de compensator bekijken aan de hand van enkele figuren. Daartoe beschouwen we de afbeelding van een oneindig ver punt op een horizontale lijn, die door het optisch middelpunt van het equivalente objectief gaat.Als de vizierlijn hori zontaal is,, wordt dit punt P afgebeeld in het snijpunt van de kruis draden in P' (zie figuur 16a). Als de vizierlijn een helling a heeft, ligt het punt P' op een afstand fa van het snijpunt der kruisdraden (zie figuur 16b). Als we kunnen bereiken, dat dit punt P' in dit geval weer samenvalt met het snijpunt der kruisdraden, dan hebben we in ons instrument weer een horizontale lijn gekregen, geschikt om als uitgangspunt voor de meting te dienen. Een mogelijkheid hiertoe is (zie figuur 16c) de van P uitgaande straal te knikken bij het punt A over een hoek /3 zo danig, dat s/3 f-a. Deze oplossing is bij de Ni 2 gekozen. De constante hoekverandering - - wordt automatisch door de compensator geregeld. Deze compensator bestaat uit een, aan vier draadjes opgehangen, spiegelend prisma (zie figuur 17), dat dus vrij kan slingeren. Het Fig. 16. CL s Fig. 17. is uitgevoerd als dakprisma, zodat een rechtopstaand beeld wordt ge-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 17