VERSCHILLENDE ONDERWERPEN
Enige organisatieprincipes in verband met verschil
lende problemen voor landmeetkundige bureaus
127
staan, leid ik niet af uit de tekst bij de grafische methode. Bij de
grafisch-numerieke methode van groottebepaling is dit principe moge
lijk uit de toelichting bij oefening 31 te halen.
Misschien meer uit het oogpunt van volledigheid had de schrijver
enige aandacht kunnen besteden aan de zgn. hyperboolplaten voor de
grafische groottebepaling en aan de door Van der Tas aangegeven
methode voor de bepaling van zeer grote percelen met behulp van
de planimeter. Deze laatste methode naast de methode die de schrijver
geeft.
De verrijking van de vaklitteratuur, zoals de rencensent van de
eerste druk deze publikatie noemde, is door de nieuwe druk toe
genomen. Claessen.
Ir. J. M. F. DRIESSER,
medewerker van het Raadgevend bureau Prof. ir. B. W. Berenschot
Voordracht, gehouden op de geodetische studiedag van de Neder
landse Landmeetkundige Federatie te Wageningen op
23 maart 1956.
De organisatorische problemen kan men in het algemeen in twee
hoofdgroepen onderscheiden, nl.:
de structuur problemen (zowel de collectieve als de specifieke, voor
ieder bedrijf of iedere organisatie afzonderlijk),
de uitvoeringsproblemen.
nauwkeurigheidsklassen
Q.
dichtbevolkte
centra
bergland