139 echter in het algemeen hogere. De kantons met de lagere uitgaven voelden weinig voor een landstarief in akkoord. Er volgden lange onderhandelingen. In een artikel van de landmeter Scharer werd de vrees geuit, dat bij akkoord- of uurtarieven voor de bijhouding wel eens verzwegen overdrachten zouden kunnen ontstaan; immers bij kleine overgangen zou men voor de meetkosten kunnen terugschrikken. Hij bepleitte daarom voor de bijhouding een uurtarief voor de landmeter en een vast tarief voor de belanghebbende, dit laatste vastgesteld door het kanton of de gemeente, waarbij uitsluitend de waarde van het object bepalend voor de hoogte van de kosten moest zijn. Het kanton zou de tarieven dan zo kunnen regelen, dat geen verlies ontstond, maar op deze wijze zou de redelijkheid meer zijn betracht. Ten slotte is toch uit het overleg een akkoordtarief voortgekomen, omdat het departement uitging van de gedachte, dat de eisen waar aan de bijhouding moet voldoen door de Vermessungsdirektor worden opgesteld en dat daaruit volgt, dat de tarieven daarmee in overeen stemming moeten zijn. In 1933 kwam dan ook een definitief tarief voor afpaling en bijhou ding tot stand. In 1923 ontstond een tarief voor eenvoudige ruilverkavelingen. In z938 was een totale revisie van dit tarief nodig. Men vergeleek hierbij 24 ruilverkavelingen met een totale grootte van 7258 ha uit de kantons Zürich, Bern, Aargau, Waadt, Tessin en Thurgau en stelde uit de ge gevens een tarief op, dat voor de meettechnische werkzaamheden wei nig verschilt van het tarief voor hermetingen. In 1944 volgde een defi nitieve instructie van het Meliorationsamt. Deze tarieven zijn sinds dien met 65% verhoogd. Het tarief van 1919 kon gedurende de tweede wereldoorlog en daar na uit de aard der zaak niet gehandhaafd blijven. Men is eerst be gonnen met het geven van toeslagen; in 1941 10%, 1943 23%, 1946 45%> KI48 .58%. Dit kon zo niet verder gaan zonder dat de verhou dingen werden scheefgetrokken. Bovendien waren er allerlei nieuwe vormen van reproductie, betere instrumenten en een snellere wijze van berekening ontstaan, zodat een geheel nieuw tarief nodig was. Dit nieuwe tarief is het thans geldende en de gegevens die hebben gediend om dit tarief samen te stellen, geven tevens inzicht in de wijze van de samenstelling. In januari 1946 ging van het bestuur van de vereniging een oproep uit tot de leden, waaraan het volgende is ontleend. De grondslagen van het tarief van 1927 berusten op metingen die voor 1918 zijn gedaan. Het nieuwe tarief zal rusten op metingen ge daan van 1930 tot 1945. Hoofdzakelijk is er te weinig vergelijkbaar materiaal uit de berggebieden op schalen 1: 2000 en 1: 5000. Het is onze taak serieus en betrouwbaar noodzakelijk materiaal te leveren. De centrale taxatiecommissie heeft de vragenlijsten samengesteld. Grondslagen voor het tarief zijn: a. het aantal polygoonpunten, grens- en detailpunten in gebieden van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 33