144
ervaring eigen te maken om meer dan de laagste functies in de land
meetkunde te kunnen vervullen.
Voor deze categorieën, die tezamen zeker niet geringer in aantal
zullen zijn dan de leerlingen van de M.T.S., zullen de N.L.F.-diploma's
nog lang het enige middel uitmaken om hun kennen en kunnen met
een objectief document te staven. Afschaffen van deze diploma's moet
daarom ten sterkste worden afgeraden.
Wellicht ten overvloede zij er aan herinnerd, dat bv. op het gebied
der waterbouwkunde zich een soortgelijke situatie heeft ontwikkeld.
Naast het M.T.S.-diploma en met voorbijgaan van diploma's die op
grond van dienstopleidingen worden behaald, vervult het bekende
diploma „Zeeland" een rol, die met die van de N.L.F.-diploma's in de
toekomst te vergelijken is.
2. Ten aanzien van de lagere diploma's die door de Commissie
worden voorgesteld, zij opgemerkt dat de drie genoemde diploma's
m.i. op volstrekt ongelijk niveau staan.
a. De praktijk heeft geleerd, dat het uitvoeren van waterpassingen
met uitzondering van de primaire waterpassing in korte tijd
(2 a 3 weken) kan worden aangeleerd en dat dit werk zelfs heel ge
schikt door de meer intelligente meetarbeider kan worden uitge
voerd. Hierbij wordt er uiteraard van uitgegaan, dat zowel de water
passer als de evengenoemde meetarbeider onder directe leiding wer
ken. In dat geval is er tussen hen beiden géén verschil en leidt het
diploma waterpassen derhalve tot een functie op slechts zeer bescheiden
niveau.
b. Om te kunnen voldoen aan de eisen die de commissie stelt voor
het diploma detailmeten is belangrijk meer inzicht en ervaring nodig.
In tegenstelling tot de waterpasser, die men bv. van week tot week min
of meer gedetailleerde instructies kan geven en dan verder gedurende
die periode zelfstandig kan laten opereren, zal de detailmeter veel
meer aangewezen zijn óf op dagelijkse leiding óf op eigen inzicht. Eco
nomisch bezien is het voordeel van de aanwezigheid van een detail
meter verloren wanneer de hem te geven leiding meer kost dan het
verschil tussen zijn salaris en dat van een beter opgeleide en daardoor
zelfstandig opererende ambtenaar.
Daar voor dit verschil slechts weinig leiding gegeven kan worden,
is de waarde van deze functie, en dus van het diploma, twijfelachtig.
c. Wat de commissie zich van het nut van het diploma kaarttekenen
voorstelt, is mij geheel duister.
Het is volkomen juist, dat op een tekenafdeling van enige omvang
geen behoefte bestaat aan een hoog percentage M.T.S.'ers. Wanneer
men echter werk van behoorlijk gehalte wil leveren, kan ik mij niet
voorstellen, dat men, behalve als tussenstadium in een opleiding, blij
vend de eisen lager kan stellen dan overeenkomt met het thans be
staande niveau van tekenaar N.L.F.
Wanneer men bovendien de functionaris met het diploma lager
kaarttekenen blijvend lager zou willen salariëren dan de gemiddelde