146
congres en de bijeenkomsten van het C.P. Verder voert het genomen
besluiten uit.
In het nog nabije verleden waren de vergaderingen van het C.P.
eenvoudige bestuursvergaderingen. Nu zijn het ware congressen ge
worden waar de bestuurszaken niet de meeste tijd in beslag nemen.
Het land dat aanbiedt een bijeenkomst van het C.P. te verzorgen, tracht
daarvan een groots opgezette demonstratie van de landmeetkunde en
haar beoefenaars te maken, iets wat tot de overheid én tot het publiek
spreekt.
De vergadering te Florence werd gehouden van 5 8 september
1955. 47 vertegenwoordigers uit 15 landen namen aan de besprekingen
deel. Zij kregen voor de feestelijkheid gezelschap van ongeveer 100
buitenlandse en nog ongeveer een gelijk aantal Italiaanse vakgenoten.
De meesten waren vergezeld van familieleden, zodat soms vele honder
den bijeen waren.
Het begon eigenlijk al te Milaan, waar een aantal deelnemers die
de reis per auto maakten, door een Italiaans comité werd ontvangen.
De tocht voerde naar Parma, waar wederom een ontvangst plaats had
en de voorzitter van de Italiaanse landmetersfederatie hen begroette
met een rede waarin de geschiedenis van het Romeinse Rijk en de
rijkdom aan kunstschatten in Italië werden gememoreerd. Hij vergat
niet Verdi en Toscanini als beroemde zonen van Parma te noemen.
Er volgde een rondleiding door de stad en een ontvangst door de bur
gemeester in de rijke zalen van het stadhuis. De tocht werd hervat en
op 4 september werden de toeristen in Florence hartelijk verwelkomd
door het gemeentebestuur, de automobielclub en collega s-landmeters.
De opening van het C.P. op 5 september vond plaats in het palazzo
Vecchio. Behalve de ingeschreven deelnemers waren een groot aantal
autoriteiten aanwezig. Het werd spoedig duidelijk, dat men meer tot
een Italiaans dan tot een internationaal publiek sprak. De burgemeester
werd vertegenwoordigd door de heer Piero Bargellini, die in bloemrijk
Italiaans met grote welsprekendheid de gasten welkom heette en de
landmeter schetste als steunpilaar der maatschappij. De voorzitter van
de Italiaanse vereniging, de heer Piccoli, somde de doelstellingen van
de F.LG. op en vermeldde de middelen waarmede getracht wordt
deze te bereiken. Dit hier op te nemen lijkt mij niet juist, doch een
afzonderlijke publikatie in ons tijdschrift lijkt mij niet ondienstig. Hij
ging daarna over op de positie van de Italiaanse landmeter, die blijk
baar weinig scherp geregeld is. Als ideaal ziet hij de Franse land
meter. Toch vinden thans reeds 30.000 landmeters in Italië een bestaan.
Ten slotte sprak de voorzitter van de F.I.G., de heer Peltier. Hij sprak
Frans en dit waren dan ook de eerste voor menige vreemdeling ver
trouwde klanken. Peltier is een redenaar die zijn gehoor weet te boeien
en vriendelijk weet te stemmen. Meer werd dan ook in deze bijeen
komst niet van hem verwacht. In de historische Cinquecentozaal werd
daarna een ontvangst verzorgd door de Provinciale Stichting voor het
Toerisme. Des middags volgde een rondrit door Florence en omge
ving. 's Avonds vond de eerste bijeenkomst van het bureau met de