148
C ontributieregeling.
Door de nationale bijdrage te verlagen van 100 Zw. fr. op 50 Zw. fr.
en de contributie per lid te brengen van 0.50 Zw. fr. op 1 Zw. fr.,
zou in totaal 12.500 Zw. fr. ter beschikking komen. Aldus luidt het
voorstel van de financiële commissie, hetgeen nader zal moeten worden
besproken op een volgende vergadering van het C.P.
Samenstelling van het bureau.
In verband met het feit, dat het eerstvolgende congres in Neder
land zal worden gehouden, het daaropvolgende in Oostenrijk, terwijl
Italië voorstelt daarna een congres te mogen verzorgen, wordt dit als
volgt samengesteld:
voorzitter: Prof. R. Roelofs (Nederland); vice-voorzitters: Prof. A.
Kruidhof (Nederland), Dr. F. Schiffmann (Oostenrijk), Dr. D. Chia-
ramello (Italië); lid: M. Peltier (Frankrijk)) secretaris-generaal:
Prof. ir. YV. Baarda (Nederland); penningmeester: Ir. A. Govers
(Nederland).
Verschillende andere kwesties kwamen ter sprake, zoals de toelating
van Argentinië, de benoeming van de heer Peltier tot Président hono
raire, het verzoek van „l'ordre des géomètres de Belgique" om te wor
den toegelaten als lid van de F.I.G. en andere.
Als wetenschappelijke bijdragen werden enige voordrachten gehou
den door Prof. Boaga over nieuwe gezichtspunten op het gebied van
geofysische onderzoekingen, door de heer Fr. Albani over de pro
jectie Gauss-Boaga en door de heer Fait over ruilverkaveling. Daar
slechts Italiaans werd gesproken gingen deze belangrijke voordrachten
aan de meeste deelnemers voorbij.
Tussen de vergaderingen door werden bezoeken gebracht aan de
belangrijkste kerken en museums, werd de rij van ontvangsten voort
gezet en werd het diner gehouden, waar de officiële overdracht van
het voorzitterschap werd verricht en gevierd. Daar bracht de scheiden
de voorzitter de geschiedenis van de F.I.G. en de rol die hij daarin
gespeeld heeft in herinnering, om ten slotte het teken van waardig
heid, de presidentsketen, te doen overgaan op de nieuwe voorzitter
Prof. Roelofs. Deze dankte het scheidende bureau voor het belangrijke
werk dat verricht was en hoopte dit op waardige wijze voort te kunnen
zetten. De maaltijd was uitstekend, het uitzicht op de feestelijk ver
lichte Arno fantastisch, de redevoeringen geestig en belangrijk, doch
absoluut onverstaanbaar doordat het orkest, dat na het diner het bal
zou verzorgen, zijn taak al te goed opvatte en ook de sprekers ging
begeleiden. Het daarna volgende bal schijnt feestelijk en schrikbarend
duur te zijn geweest.
De laatste dag werd een tocht gemaakt naar merkwaardige en mooie
Italiaanse steden als Pistoia, Lucca, Montecatini, waar wederom een
diner plaats vond.
De dag na de laatste dag werd besteed aan een toeristische tocht
naar Sienna en San Gimignano. Aan de avond van deze dag waren
we er van overtuigd, dat Italië een prachtig land is met een bezit