177 willen bevorderen, voldoende stof tot nadenken te geven, en hun die willen nadoen voldoende ervaringscijfers te verschaffen om dit op verantwoorde wijze mogelijk te maken. I. De organisatie van de waterpassing De organisatie van de waterpassing is in Nederland in het verleden op de juiste wijze ter hand genomen- De Algemene dienst van de Rijkswaterstaat verspreidde door primaire en secundaire waterpas singen een net van hoogtemerken over het gehele land. Natuurlijk werden daartussen een groot aantal bouten door provincies en ge meenten geplaatst, maar deze werden terecht niet gepubliceerd, omdat zij zo goed als nooit aan redelijke eisen voldeden, eenvoudig omdat het daartoe geschikte personeel ontbrak. Met de ontwikkeling van de landmeetkunde in Nederland is hierin ook geleidelijk verbetering gekomen en zo worden tegenwoordig vele door andere diensten en bedrijven geplaatste hoogtemerken in de Rijks registers opgenomen. Een nieuw probleem van grootse allure begint zich echter voor te doen door het toenemend aantal ruilverkavelingen en waterbeheersings- plannen, waarvoor telkens hoogtelijnenkaarten worden gemaakt, die slechts voor één maal betekenis hebben. Hoewel er bij de verschillende bureaus in Nederland de principiële bereidheid bestaat, elkaar gege vens te verschaffen, komt hiervan in de praktijk weinig terecht, omdat men de waarde van de door anderen verzamelde cijfers niet kan beoordelen en er veel kaf onder het koren is. Daarom is coördinatie op dit gebied dringend gewenst, en dient er ook op het gebied van de terreinwaterpassing één onafhankelijke instelling te komen, die richt lijnen geeft voor de nauwkeurigheid en controleert of de resultaten hieraan voldoen. Uit een oogpunt van efficiëntie verdient het aanbeveling, dat de Ne derlandse Landmeetkundige Federatie het door Ir. Van Schagen ge- progageerde idee van een hoogtelijnenkaart van het gehele land, op een schaal niet kleiner dan i5000, warm ondersteunt. Op het feit, dat de bruikbaarheid van een dergelijke kaart staat of valt met de meetkundige zuiverheid ervan, kom ik hierna nog terug. II. De methode van waterpassen Men zal niet voor iedere soort waterpassing de methode moeten ge bruiken, die de beste resultaten geeft, omdat men dan vaak te duur zal werken. Bij elke opgave zal men zich de vraag moeten stellen, welke nauwkeurigheid men wil bereiken en daarna zijn methode zo danig kiezen, dat men deze op de goedkoopste wijze verkrijgt. Het zal direct duidelijk zijn, dat het verantwoord is allerlei tijdrovende midde len toe te passen om bij de primaire waterpassing tot in millimeters betrouwbare resultaten te verkrijgen, terwijl het dwaasheid zou zijn, als men dit zelfde deed ten behoeve van het maken van berekeningen omtrent grondverzet. De meest efficiënte methode is afhankelijk van het doel en van de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 23