FOTOGRAMMETRIE EN CARTOGRAFIE
De kaart van Ned. Nieuw-Guinea als beeld van de
ontsluiting van dat land
183
de randverdeling. Proefexemplaren van theodolieten hebben de uit
voerbaarheid aangetoond.
Vermessungstechnische Rundschau 1956» nr- 6. Ahrens. Nicht-
leitende Rollbandmasse.
Op Duitse spoorwegen met elektrische signalen is het gebruik van
stalen rouleaus verboden, daar kortsluiting tussen de rails storingen
en ongelukken kan veroorzaken (ook hier te lande is voorzichtigheid
geboden). Geëxperimenteerd wordt met stalen banden, gevoerd met
kunststoffen (plastics), en met banden geheel van zo'n stof, tot nu toe
zonder erg bevredigende resultaten. Ook dient te worden gelet op
ander geleidend meetgerei. De Gr.
Ir. J. E. ALBERDA,
wetenschappelijk ambtenaar aan de Technische Hogeschool te Delft:
Een land ontsluiten betekent: er binnendringen, zijn geheimen bloot-
leggen, zijn isolement verbreken en er handel, verkeer, industrie en
andere, al dan niet vermeende, zegeningen van de beschaving brengen.
Nieuw-Guinea is een van die gebieden op de wereld, die nog maar
voor een klein gedeelte ontsloten zijn en de beste illustratie van dit
feit is, dat we er geen uitvoerige en nauwkeurige kaarten van hebben;
zelfs zien we hier nog witte vlekken op de kaart, een ongewoon en
uitdagend iets voor de twintigste-eeuwer. Het heeft eeuwen geduurd
voor men de vorm van het eiland ook maar bij benadering kende, het
werd lange tijd aangezien voor een stuk van Australië. En het binnen
land is nog langer terra incognita gebleven.
Zoals bij een eiland voor de hand ligt, werden de kusten het eerst
gezien, beschreven en in kaart gebracht. Hoewel men dit nauwelijks
„ontsluiten" kan noemen, zullen we ons eerst met dit werk van de
zeevaarders bezighouden: zij legden de fundamenten waarop later
voortgebouwd kon worden. Een tweede periode geeft ons de ontdek
king van het binnenland te zien door militaire en wetenschappelijke
expedities, later ook door civiele, commerciële instellingen. Hierop
volgen ten slotte de grote cartografische activiteit van de oorlog en
de verdere ontwikkeling nadien.
I. 1550-1907.
Nieuw-Guinea is in de eerste helft van de zestiende eeuw voor het
eerst door blanke zeevaarders gezien. Francisco Rodriguez (ca- 1517
en Antonio Pigafetta noemen voor het eerst de naam Papua. In 1526
wilde de Portugees Jorge de Menezes langs de noordkant van Borneo
naar de Molukken, maar hij werd door de moesson naar het oosten
gedreven en moest op een eiland genaamd Papua „overwinteren de