184 kentering afwachten. Dit eiland Papua is misschien Nieuw-Guinea geweest, Peschel (P. 354) neemt aan, dat De Menezes op zijn reis wel de eilanden in de Geelvinckbaai gezien heeft en „dus" als ont dekker van Nieuw-Guinea kan worden aangemerkt. Verscheidene kaarten vertonen een eiland genaamd Papua of Os Papuas. Op kaart nr. 2 in het boek van Heeres (H) ligt het ongeveer op de plaats van Nieuw-Guinea, maar andere, bv. de kaart Insulae Moluccae van N. J. isscher (1617) laten een klein eilandje ten n.o. van Ceram zien als de plaats waar De Menezes „overwinterde". Deze kaart is volgens C. H. Coote (in „Remarkable Maps") samengesteld uit kaarten van Linschoten (1596), die weer gebaseerd zijn op Spaanse en Portugese portulanen van bernao vaz Dourado (1571) en Diego Homens (1558); deze zullen dus wel de oudste op waarneming berustende afbeeldingen van Nieuw-Guinea's kust zijn. In zijn journaal van de reis van 1623 schrijft Carstenz (H. 34), dat hij de door hem gevonden, ononder broken kustlijn van het land „dat door misverstand ende onwaere licht, in caerten voor eij landen, als Ceram ende Papues geleijt ende gehouden wert", het Westeinde van Nova-Guinea heeft gedoopt. Maar dit maakt het nog niet zeker, dat De Menezes werkelijk op Nieuw- Guinea is geweest; Carstenz was veel zuidelijker dan de Portugees. In 1527 voer de Spanjaard Alvaro de Saavedra langs de noordkust van Nieuw-Guinea en merkte het verschil op tussen de bewoners die hij daar zag en de Polynesiërs. Het belangrijkste feit uit deze tijd is dat in 1544 Ortiz de Retes, pogend van de Molukken naar Mexico te komen, ongeveer 230 mijl langs de kust van Nieuw-Guinea is ge varen, tot ca. 144 O.L. Hij landde bij de monding van de Rio de San Augustino, waarschijnlijk de Mamberamo, en nam het land in bezit voor de koning van Spanje onder de naam van Nueva-Guinea. Op de kaart „Orbis terrae compendiosa descriptio" van J. B. Vrient (nr. 1 in H) vindt men de naam Nova-Guinea voor een deel van het grote, onbekende en legendarische zuidland. Lang heeft het geduurd voor men zeker wist, dat Nieuw-Guinea een eiland was; wel komen er kaarten voor, waarop het als eiland is afgebeeld (bv. nr. 2 in H, dat Os Papuas heet, en de eveneens door Heeres genoemde kaart van Cornelis Wytfliet „Descr. Ptolemaeicae Augmentum"), maar er is geen enkel bewijs, dat aan de makers van deze kaarten het bestaan van straat Torres bekend was: gedurende lange tijd is de noordkust op de kaarten het enige wat niet op pure fantasie berust. Mercator geeft als een der eersten een afbeelding van Nieuw-Guinea op de wereldkaart van 1569. Het is als eiland getekend, maar een Latijns opschrift geeft aan, dat het eilandkarakter onzeker is. Ook Abr. Ortelius geeft het als een eiland aan; evenals bij Mercator lijkt alleen de noordkust op waarneming te berusten. Enkele rivieren zijn getekend, waaronder de Rio de San Augustino. Ter illustratie van de verschillende denkbeelden die men omtrent Nieuw-Guinea koesterde, zijn hier enkele schetsen bijgevoegd. De Hollanders die zich omstreeks de eeuwwisseling in Indië gingen nestelen, konden dus met deze kaarten van Nieuw-Guinea niet veel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 30