192
expeditie van 1938 naar midden-Ned. Nieuw-Guinea en door de expe
ditie van het K.N.A.G. van 1939 naar het Nassaugebergte en het
Wisselmerengebied. Vooral de laatste expeditie nam grote stukken wit
van de kaart weg, en het is misschien interessant hier iets meer in
detail te treden betreffende het werk van een dergelijke onderneming.
De militaire exploratie en de andere expedities hadden in het westen
van het centrale bergland een groot onbekend blok overgelaten van
ongeveer 7000 km2. Het K.N.A.G. bereidde een expeditie voor naar
dit gebied, en ondertussen werden in 1937 vanuit de lucht de Wissel
meren ontdekt; zij zouden een goede start- en landingsplaats opleve
ren voor watervliegtuigen.
De doelstelling was in de eerste plaats (Tijdschr. K.N.A.G. 1939,
blz. 311): topografische en geologische verkenning van een zo groot
mogelijk deel van het onbekende gebied van het centrale bergland,
gelegen in het westelijk deel van het Nassaugebergte.
In het bijzonder werden verlangd:
a. Vaststelling van het beloop der hoofd- en nevenwaterscheidingen
in dat gebied en van de loop der rivieren naar de noord- en zuid
kust.
b. Vervaardiging van een schets-(atlas-)kaart van het verkende gebied
met als wiskundige grondslag enkele astronomische plaatsbepa
lingen en een net van landmeetkundige peilingen van de observatie
punten; het tussengelegen terrein zo mogelijk aan te vullen door
middel van terreinschetsen en waarnemingen uit vliegtuigen-
c. Geografische en geologische beschrijvingen van de uit- en inwendige
bouw van het land.
d. Vervaardiging van fotografische landschapsbeelden en panorama-
schetsen en het aanleggen van collecties gesteentemonsters.
Verdere taken lagen bv. op het gebied der etnografie en der botanie.
Deze expeditie stond onder leiding van C. C. F. M. Le Roux. Ver
schillende Indonesische mantri's-topograaf verrichtten de topografische
opneming; de astronomische plaatsbepalingen werden verricht door
een marine-officier. Blijkens een schetskaartje in T.K.N.A.G. 1939
XII, is bij de Wisselmeren ook driehoeksmeting verricht. De Marine
zorgde voor voorafgaande luchtverkenning, de opneming van de me
ren en de luchtfoto's.
Eveneens nog vóór de oorlog is de T.D. begonnen met de uitwerking
van de luchtfoto's van de N N.G.P.M. om hieruit kaarten te vervaar
digen van het westelijk gedeelte van het eiland, aansluitend aan de
schetskaartbedekking van de rest van het eiland. Slechts één blad kwam
gereed (Teminabuan), de schaal was 1: 100.000; de uitwerking ge
schiedde met de Multiplex (K).
Een goed overzicht van de stand van de kennis omtrent Nieuw-
Guinea in 1938 geeft de schetskaart van het gehele eiland op schaal
1: 2.500.000, die de T.D. in opdracht van het Molukken-Instituut ver
vaardigde, en die in 1939 verscheen als bijlage van deel III van het
boek „Nieuw Guinee'Deze kaart werd vervaardigd uit de jongste