197 information from persons with local knowledge". Als voorbereiding van eveneens door de Nefis georganiseerde verkenningspatrouilles werden boven centraal Nieuw-Guinea in 1943/4 verschillende series luchtfoto's gemaakt (Special Mission Foto's). Deze foto's gaven op heldering aangaande de rivierenloop in het centrale bergland. Na de oorlog, in 1948/9, zijn belangrijke delen van de zuidelijke kust vlakte en van het binnenland van Nieuw-Guinea uit de lucht opgeno men door de Amerikaanse luchtmacht, ten behoeve van de World Aeronautical Charts 1: 1.000.0c». Het zijn trimetrogoonopnamen op schaal 1: 40.000. In 1949 zag de overzichtskaart van het Wisselmerengebied het licht, het resultaat van de expeditie-Le Roux van 1939, omvattende een" gebied van 12000 km2. Bij de bespreking van deze expeditie is de grondslag van deze kaart reeds kort beschreven; details zijn er verder nog op aangebracht uit overboordopnamen. Kaartering voor vreedzame doeleinden werd na de oorlog ook weer opgevat door de N.N.G.P.M., o.a. een serie 1: 20.000 en een 1: 100.000. Beide series zijn zwartdrukken, uitgegeven in 1952; ze geven gebroken vormlijnen met interval van ca. 25 m. De kaart 1: 20.000 toont ook de begroeiing, met begroeiingsgrenzen, door middel van boomtekens. De hoofdpunten van de foto's zijn hierop aangegeven, evenals ter- restrische punten. De rivieren zijn veelal getekend als gebroken lijnen; vaak is nl. een rivier als zodanig niet te zien door overhangende bo men. Blijkens bladwijzers is reeds een aanmerkelijk deel van de Vogel kop op schaal 1: 20.000 gekaarteerd. Het is de vraag of men bij een land als Nieuw-Guinea kan spreken van de kaart als beeld van de ontsluiting; de kaart moet hier aan de ontsluiting voorafgaan. Het is zoals Ormeling zegt: „De kaart vormt nu eenmaal de basis van elk project tot ontsluiting en openlegging van onontwikkelde gebieden" (O. blz. 214). De kennis van het eiland stapelt zich langzaam op; ook van andere topografische gegevens zijn verschillende kaarten en kaartjes verschenen bv. geologische, be- volkings- en neerslagkaartjes alle het beeld van moeizaam verkregen kennis. Maar van enige ontsluiting kan men slechts spreken in het oliegebied en in de weinige plaatsjes die bruggehoofden vormen aan de rand van het oerwoud. „Tussen de bronnen van Eilanden-, Digoel- en Idenburgrivier ligt nog een belangwekkend nieuw exploratiegebied", zegt Ormeling. Wetenschappelijke expedities en luchtfoto's zullen nog wel eens aan het licht brengen hoe de aarde er daar uitziet en de laatste witte plek ken wegnemen. Dan heeft de kaart als beeld van ontdekkingen haar tijd gehad en zal zij, naar te hopen is, meer en meer het beeld van ontwikkelingen geven. September 1953. Litteratuurlijst (belangrijkste gebruikte werken). Aanduiding in tekst P. O. Peschel Geschichte der Erdkunde, 1877. H. Mr. J. E. Heeres Het aandeel der Nederlanders in de ontdekking van Australië 1606-1765.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 43