RECHT EN ADMINISTRATIE
Litteratuuroverzicht
201
De Onafhankelijke Landmeter-Expert en Landmeter-Architect,
jan.-febr. 1955: Le Géomètre aux Pays-Bas. Schrijver: Paul Terlinck.
Deze publikatie behoort tot de serie „Etude sur le Statut du Géo
mètre dans les différents pays" (zie litteratuuroverzicht Tijdschrift
voor Kadaster en Landmeetkunde, jaargang 1954. blz. 188 e.v.).
De schrijver heeft een haast onmogelijke taak op zich genomen
om in zo'n kort bestek (44 bladzijden) een juist beeld te geven van
de vele onderwerpen die hij in zijn publikatie ter sprake brengt.
Als gevolg hiervan is de inhoud onevenwichtig en fragmentarisch.
In het voorwoord schrijft Terlinck dat hij zich „une impartiale ob-
jectivité" heeft opgelegd.
Ondanks de moeite die hij zich heeft getroost, is hij naar mijn
mening niet in alle opzichten in zijn opzet geslaagd. Men proeft uit
het geschrift te zeer het standpunt van de Belgische „onafhankelijke
landmeter".
De behandeling van het Nederlandse kadaster lost de schrijver
voornamelijk op door het publiceren van door hem gestelde vragen en
van de door W. Koopmans en Ir. F. Harkink hierop gegeven ant
woorden.
Ook deze vragen hebben een tendentieuze inslag.
Niettemin zijn wij de schrijver dank verschuldigd voor zijn arbeid,
omdat het boekje ook zeer veel goede gegevens over Nederland bevat.
Ook aan Nederlanders kan ik dit boekje, ik zou haast zeggen juist
vanwege de gezichtshoek van waaruit de stof is behandeld, ter kennis
neming aanbevelen. S. M. M..
Allgemeine Vermessungs-Nachrichten, jg. 1956, nr. 3, blz. 92.
Dipl.-Ing. Gerhard Winkelmann uit Pasadena geeft onder de titel
„Das Kataster in den Vereinigten Staaten von Amerika" een beknopt
overzicht van de Amerikaanse meetproblemen en van wat men daar
onder „kadaster" verstaat. Hij beschrijft de merkwaardige rechthoe
kige verdeelmethode (Rectangular System) die in de U.S.A. is ge
volgd, waarbij in een bepaald punt (daar waar meting nodig bleek)
twee onderling loodrechte assen astronomisch werden bepaald en op
het terrein uitgezet. Vanuit dit assenkruis breidde het metingsterrein
zich naar behoefte naar alle kanten uit en men verkreeg een schaak
bordachtige indeling, ten opzichte waarvan grenspunten werden be
paald.
Rekening houdend met de meridiaanconvergentie ontstonden op de
kaart (uitgebakend op het terrein) trapeziums (de zgn. Townships),
onderverdeeld in 36 vakken (sections) met een grootte van ca- een
vierkante mijl. Er bestaan 34 van deze Rectangular Systems in de
U.S.A.
In de 19e eeuw liet de meting aan nauwkeurigheid nogal wat te