204
De tweede dag vertrokken de dames reeds in de vroegte naar Aals
meer voor een bezoek aan de bloemenveiling aldaar.
De heren kwamen om ongeveer 9.30 uur in huishoudelijke vergade
ring bijeen, waar de voorzitter, Prof. R. Roelofs, de vertegenwoordi
ger van het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius", de heer W.
Berends, in het bijzonder welkom heette.
Van de secretaris van de examencommissie was bericht ingekomen
over de uitslag van de in de maanden april en mei 1956 gehouden
examens. Aan 22 van de 74 candidaten kon een diploma worden uit
gereikt. De namen van de geslaagden zijn elders in dit tijdschrift
opgenomen.
De voorzitter bracht dank aan de examencommissie en vestigde er
de aandacht op, dat deze commissie het meeste werk van alle N.L.F.-
commissies verricht en dat zij een zeer belangrijke taak vervult, die
aller waardering verdient.
Vervolgens richtte de voorzitter zich tot twee leden van de com
missie, de heren N. D. Haasbroek en W. Nikkels, die resp. sinds
1943 en 1947 in de examencommissie zitting hadden en nu hun taak
wensten te beëindigen. Hij bood hun- als blijk van bijzondere waarde
ring voor de door hen als lid en voorzitter van de commissie ver
richte werkzaamheden een boekwerk aan. De heer Haasbroek, die ter
vergadering aanwezig was, uitte zijn erkentelijkheid voor de vriende
lijke woorden van de voorzitter en aanvaardde onder dankzegging het
fraaie geschenk.
De verslagen van de secretaris en van de penningmeester werden na
kennisneming van een schrijven van de kascommissie, waarin deze ver
klaarde de stukken van de penningmeester in goede orde te hebben
bevonden, ongewijzigd en onder dankzegging aan de samenstellers,
goedgekeurd. De kascommissie, bestaande uit de heren Ir. A. J. H.
Meertens en Ir. H. Ph. van der Schaaf, werd door de voorzitter be
dankt voor de door haar verrichte controlewerkzaamheden. De heren
verklaarden zich bereid het komende jaar hun functie te continueren.
De voorzitter richtte eveneens enkele woorden van dank tot de pen
ningmeester en de secretaris voor het vele werk, dat zij in het belang
van de Federatie verrichtten.
De aftredende penningmeester, de heer Ir. J. A. C. E. van Roer-
mund, werd evenals de zittende redactie, bestaande uit de heren Ir.
F. Harkink, Mr. ir. C. G. van Huls en Prof. R. Roelofs, bij acclamatie
herkozen. De heer Sanders sprak namens de vergadering woorden van
dank aan redactie en redactiesecretaris voor het werk dat zij deden
om het tijdschrift op zijn hoge peil te houden.
Tijdens de rondvraag bracht de heer Joosten de nieuwe H.T.W.
ter sprake. Hij gaf als zijn mening te kennen, dat het instellen van
een cursus voor landmeters, bv. op analoge wijze als zulks in 1936
geschiedde, wenselijk is, en hij vroeg zich af in hoeverre hier voor de
N.L.F. een taak ligt. Na ampele bespreking werd besloten over dit
onderwerp in overleg te treden met de H.T.W.-commissie, en, indien