206 tegenwoordiger van de Belgische collega's en de bestuursleden van het Gezelschap „Snellius". Spreker herdenkt het feit, dat 75 jaar geleden de belangrijke publikatie van I. Boer Hzn. „Grondslagen van een rechtsgeldig kadaster" het licht zag. Besloten wordt de afgetreden voorzitter, de heer Ir. W. A. van der Werff, aan wie de wnd.-voorzitter enige woorden van dank wijdt, een telegram te zenden. 2/3. De notulen van de vorige vergadering en het jaarverslag worden zonder opmerkingen goedgekeurd. 4. De heer Ir. W. J. J. van Lent wordt tot voorzitter gekozen. In zijn plaats wordt de heer J. R. P. Bakker tot bestuurslid gekozen. 5. Op verzoek van de voorzitter licht Prof. Ir. G. F. Witt de verga dering in over de voorbereidingen van het congres van de F.I.G. in 1957. Hij deelt het voorlopige programma van het congres mede. Hierna krijgt de heer Ir. J. Wolthuis het woord om medede lingen te doen over de N.L.F. De redactie van het Tijdschrift blijft ongewijzigd. Het hoofdbestuur zal pogen de jongeren te stimuleren artikelen te schrijven. Het hoofdbestuur gaat na, of de examens gecontinueerd moeten worden. De belangstelling voor de regionale bijeenkomsten was dit jaar iets minder. Er is een com missie in het leven geroepen om de structuur van de N.L.F. aan een beschouwing te onderwerpen. Tenslotte wijst de spreker op het 16e congres van de N.L.F. Op vragen uit de vergadering antwoordt Ir. Wolthuis, dat het niet in de bedoeling ligt de examens lichter te maken; overwogen zal worden, of de examens zullen blijven voortbestaan, nu aan de m.t.s. een studierichting voor landmeten is geschapen. 6. Tot vertegenwoordigers in het hoofdbestuur van de N.L.F. wor den benoemd de heren Ir. W- J. J. van Lent en Ir. A. J. Wytema. 7/8. Het bestuur wordt gemachtigd een lustrumcommissie en een lustrumboekcommissie in te stellen. 9. Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer Ir. F. Harkink om een causerie over de overgangsvakcursus te houden. (Deze causerie zal worden opgenomen in het Orgaan van de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde.) Verschillende leden nemen deel aan de discussie, waarin o.m. tot uiting komt, dat sommigen de cursus voor deze oudere landmeetkundig-ambtenaren zwaar achten. Enige leden menen, dat het de opleiding ten goede zou komen, indien er contact zou zijn tussen de docenten en de landmeters aan wie de cursisten toegevoegd zijn. De idee overheerst, dat de cursisten, die gelijkwaardig moeten zijn aan de m.t.s.-ers, later een groot deel van de taak van de landmeter moeten overnemen. De voorzitter dankt de heer Harkink voor zijn uitstekende voordracht, die, gezien de levendige discussie, ook bij de leden zeer in de smaak viel. 10. De bepaling van tijd en plaats van de volgende algemene vergade ring wordt aan het bestuur overgelaten, waarbij sommige leden blijk geven de zaterdag minder geschikt te vinden voor het houden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 52