n tl 11W11W11W11W fori 11 ij m M 161 dat men zonder nonius op de baak afleest. De aflezing geschiedt hier als volgt (zie figuur 23). Men leest de volle meters op de baak af en het resterende bedrag op de trommel van een optische micro meter. Deze optische micrometer bestaat uit een paar planparallelle platen voor het objectief, die in tegengestelde zin draaibaar zijn om een verticale as. De trommelaflezing doet men met behulp van een |.i|50+ KERN AARAU 85 m 0.325 85.325 m =- 45 z- 40 r35 r30 z- 25 ^-20 Fig. 23. loep, die naast het kijkeroculair zit en tevens gekoppeld is aan de omschakeling van dubbelbeeld naar enkelbeeld. Ten overvloede heeft de kijker afstandsdraden volgens Reichenbach, waarmee men dus op een verticale baak niet gereduceerde afstanden kan aflezen. De bijpassende baak is geconstrueerd volgens het thans algemeen 209° 24,2' 209°24,2' 106*333 Fig. 24. geldende beginsel voor nauwkeurigheidstachymetrie, d.w.z. dat de horizontale baak draaibaar en verschuifbaar is gemonteerd op een ver ticale staander, die eveneens becijferd is; dit om de instrumenthoogte te kunnen instellen. Met een diopter kan wederzijds de horizontale baak loodrecht op de verbindingslijn met het instrument worden ingesteld. De baak heeft een 2 cm-verdeling, gegraveerd in een stalen band en heeft twee indexverdelingen, die 50 cm uit elkaar liggeniedere

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 7