Het nut van de Meetkundige dienst voor het onder
houd, de verbetering en het beheer van rivieren
305
met het tot uitvoering komen van de deltawerken en de tevens hier
mede gepaard gaande uitbreiding van de Studiedienst.
Samenvattende kan worden gezegd dat het aandeel dat de Meet
kundige dienst heeft in de voorbereiding en bij de uitvoering van
werken in en aan de wateren in het deltagebied, een onmisbare schakel
moet worden geacht.
Ir. J. C. HOORNENBURG,
hoofdingenieur-A van de Rijkswaterstaat in de directie Limburg, arrondissement
Maas
Wie zich bezint op het nut van de Meetkundige dienst van de
directie Algemene dienst van de Rijkswaterstaat voor het rivierbeheer
in de ruimste betekenis, denkt onmiddellijk aan het belangrijke onder
deel van de veelomvattende taak van die dienst, bestaande uit de zorg
voor de Algemene Rivierkaart van Nederland. De rivierkaart heeft
zich ontwikkeld tot een onmisbaar hulpmiddel bij het rivierbeheer in
zijn hydraulische, nautische en juridische aspecten en is als zodanig
daaruit niet meer weg te denken. Het bijhouden van deze thans lang
zamerhand tot in de perfectie opgevoerde kaart is verre van een
sinecure en het past stellig de rivierbeheerder in Nederland, jegens
de volbrenger van die taak, de Meetkundige dienst, te getuigen van
waardering en zelfs bewondering; waardering voor de plichtsgetrou
we en gestage arbeid die deze dienst dagelijks aan de verzorging van
deze kaart besteedt, bewondering voor het resultaat van deze arbeid:
een volmaakt betrouwbare en in zijn velerlei aspecten zeer uitvoerige
rivierkaart van Nederland.
En is de herdenking van het 25-jarig bestaan van de Meetkundige
dienst geen geschikte gelegenheid voor een dergelijk getuigenis?
Overigens is de rivierkaart van Nederland ouder dan zijn tegen
woordige verzorger. Dit brengt ons op de vraag, hoe en wanneer deze
rivierkaart dan wel ontstaan is en hoe men in de tijd daarvóór, toen
er geen rivierkaart bestond, het rivierbeheer uitoefende. Een kleine
historische excursie kan ons dit leren, en ons tevens doen zien uit
welke toenemende behoeften de rivierkaart in zijn huidige vorm ge
groeid is.
In de tweede helft van de 17e eeuw en gedurende de gehele 18e
eeuw kwam het rivierbeheer slechts uiterst moeizaam op gang, be
heerst als het was door de dominerende tegenstellingen tussen het
centrale en het gewestelijke gezag. Een zekere vooruitgang is in die
jaren merkbaar; zo werden in 1672, door de nood gedwongen; de Rijn
en de IJssel en de belangrijke bedijkingen van de Bovenrijn, o.m. de
waterverdelingen tussen Waal, Rijn en IJssel beheersende, onder het
gezag van de Republiek geplaatst en werd er over kwesties van kenne-