Ontstaan en groei van de Meetkundige dienst tegen
de achtergrond van de maatschappelijke
ontwikkeling
214
tot tevredenheid. De dagen dat Cruquius gedwarsboomd werd in het
meten waren voorbij, evenals trouwens die, toen Holland spionnen
stuurde naar Gelderland om in het geheim opmetingen te doen in de
Nederrijn met het doel die af te dammen.
Ook de dagen van weleer dat een onervaren jongmens werd „los
gelaten" met een ouderwets zwaar waterpastoestel, dat hij steeds zelf
moest regelen en welke hoogtemerken waren ook weer betrouw
baar en welke niet? waren nu voorbij. De Meetkundige dienst
ging voortaan alle landmeetkundige instrumenten van de Rijkswater
staat beheren en verzorgen. Grote aandacht werd ook gewijd aan de
„vaste" hoogtemerken, waarvan er thans een 5000-tal zijn. Af en toe
worden de hoogten van deze merken t.o.v. N.A.P. opnieuw gepubli
ceerd. De rijkspeilschalen worden ook herhaaldelijk gecontroleerd en
tot N.A.P. bijgesteld, daar waar zich zakkingen of veranderingen
hebben voorgedaan.
Het meten is een verfijnde kunst geworden, vooral sinds de komst
van de luchtfotogrammetrie. Bij het landmeten maakt de Meetkundige
dienst gebruik van de nauwkeurig bepaalde vaste punten der Rijks
driehoeksmeting. Bij de waterpassingen is iets dergelijks het geval.
De taak van de Meetkundige dienst is, evenals trouwens die van de
Algemene dienst, waartoe hij behoort, geen beherende (behalve dan
wat de rijkshoogtemerken, de rijkspeilschalen en rijksmeetinstrumen
ten betreft) doch een dienende. Als zorgzame wakers staan zijn
ambtenaren de Rijkswaterstaatscollega's terzijde en gelukkig geven zij
niet alleen bijstand aan dezen, maar ook aan die van de provincies, de
gemeenten en de waterschappen. Tal van goede gaven uit de vier
dimensies worden door hen geleverd.
De vaklieden van de Meetkundige dienst mogen met een gerecht
vaardigde trots terugzien op de 25 jaren waarin zij hun dienst hebben
kunnen ontwikkelen tot wat deze nu is: een bloeiende tak van de
Rijkswaterstaat.
Met bijzondere waardering denk ik hierbij aan de eigenlijke vader
van de Meetkundige dienst, Prof. dr. ir. W. Schermerhorn, aan de
helaas vroeg gestorven eerste hoofdingenieur Ir. J. G. Fortuin en
aan de zeer actieve huidige hoofdingenieur Ir. A. J. van der Weele.
Prof. dr. ir. W. SCHERMERHORN,
directeur van het Internationaal opleidingscentrum voor luchtkaartering
De uitnodiging, een historische beschouwing te geven in de serie
artikelen, gewijd aan het 25-jarig jubileum van de Meetkundige dienst,
had voor mij een aantrekkelijke zijde. Immers, aanvankelijk ten nauw
ste betrokken bij het ontstaan van deze dienst en al hetgeen zich