314 schikte methode gebleken voor het bijhouden van de rivierkaart. De terrestrische opmetingen van de dikwijls zeer moeilijk toegankelijke rivieroevers komt geheel te vervallen, het werk gaat eenvoudiger, snel ler en goedkoper. De nauwkeurigheid blijkt ruimschoots binnen de te stellen eisen te blijven. De volledigheid van de kaart is met deze methode eveneens ge diend, omdat men bij de terrestrische controleverkenningen aandacht kan schenken aan voor het rivierbeheer belangrijke details als raaipa- len, peilschalen, lichtopstanden, mijl-, dijk- en B.W.B.palen, enz. De bladen zelf worden thans gefotolithografeerd. Dit betekent, dat het minutieuze tekenwerk zich heeft verplaatst van de lithograveur van de Topografische dienst naar de tekenaar bij de Meetkundige dienst. Aanvankelijke moeilijkheden daarbij heeft men thans glansrijk overwonnen. De moderne calqueerstereoscoop bewijst daarbij goede diensten. En nu het rendement van al deze zorgen voor een goede rivierkaart Dit kan bezwaarlijk in cijfers worden gegeven, doch des te beter in woorden geformuleerd: voor een effectief riviertoezicht en beheer volstrekt onmisbaar. De Rivierenwet van 1908 ware bezwaarlijk toe pasbaar zonder onze goede, betrouwbare rivierkaart; een efficiënt verbeteringsplan van een rivier- of oeverwerk is nauwelijks denkbaar zonder de grondslag van de rivierkaart. Verondiepingen of verslech teringen in de vaargeul kunnen nu worden geconstateerd aan de hand van de dieptelijnen op de rivierkaart, enz. Trekt dus de rivierbeheerder in de allereerste plaats en de belang rijkste mate profijt van de kaart, ook voor andere doeleinden is de rivierkaart nuttig. Wanneer er plannen worden ontworpen om in de bestaande toe stand van onze rivieren wijzigingen te brengen, bijvoorbeeld door bochtafsnijding, verbreding, stroomverlegging e.d., waarvoor model onderzoek in het Waterloopkundig Laboratorium te Delft nodig is, dan is de rivierkaart het aangewezen hulpmiddel voor de vervaardi ging van de modellen van het betrokken riviergedeelte. Zulks is bv. geschied voor het modelonderzoek naar de invloed van het Deltaplan op het rivierengebied. Merkwaardig en typerend voor de betrouwbaarheid van de kaart is nog te vermelden, dat toen men voor een bepaald riviergedeelte verschillen constateerde tussen de werkelijke en in het model gemeten vloedstanden, achteraf bleek, dat men voor de modellering van het rivierbed niet de laatste resultaten van de peilingen had gebruikt7). Tot slot mag niet worden verzuimd, nog te wijzen op het belang van de voortzetting van dit belangrijke werk, door de Meetkundige dienst tot dusverre op zo voortreffelijke wijze verricht. De toenemende eisen te stellen aan de beveiliging tegen overstromingen door hoog opperwater of hoge vloedstanden enerzijds en het nog steeds groeiende 7) Rivierkaarten in Nederland, door C. C. J. Hol, landmeter ie klasse van het Kadaster (Bibliotheek voor Kadaster en Landmeetkunde).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 118