316 nog in de jaren 1930 een grote onwetendheid bestond, brak de wens door om door nadere studie het mysterie daarvan te onthullen. Men had dit nodig voor het maken van plannen voor een juiste ver dediging tegen stormvloeden, het terugdringen van het zoute water, alsmede voor de verbetering van de waterhuishouding en van de scheepvaartwegen. Bij de aanvang van deze studie kwam direct naar voren de behoefte aan goede terreingegevens, zoals kaarten, situaties, lengte- en dwars profielen, peilingen, grondboringen, sonderingen, enz. In tegenstelling met de min of meer statische terreinsituatie van de kanalen en wegen, is de situatie van de kust, het Deltagebied en de Waddenzee voor een groot deel dynamisch, d.w.z. dat zij voortdurend aan verandering onderhevig is, als gevolg van kustafname, verleggen van stroomgeulen, verstuiving van duinen, enz. In verband hiermede dienen voor deze gebieden periodieke me tingen, dikwijls met korte intervallen, te worden verricht. Zeer interessant zijn in dit verband de studies van de historische kaarten en peilingen, waarbij is gebleken, dat vóór 1800 de meettech niek weinig betrouwbaar was. Hierbij werd namelijk een zodanige vertekening geconstateerd, dat deze gegevens slechts waarde hebben om daaruit de wijziging van de figuratie in het algemeen af te leiden. Tegelijk met de invoering van het metrieke stelsel werd als grond slag bij het kaarttekenen een vrij nauwkeurig coördinatennet toege past, dat geleidelijk werd verbeterd, waardoor het kaartwerk meer en meer in betrouwbaarheid toenam. Door de dienst van de Waterstaat werden in de jaren 1850 tot 1870 de strandmetingen als regel om de km ingesteld, waarbij jaarlijks de ligging van de laagwaterlijn, de hoogwaterlijn en de duinvoet langs de Noordzeekust werd ingemeten en in registers ingeschreven. Uit deze en latere tijd dateren ook vele periodieke peilingen van aangevallen kustvakken en van vaargeulen. Bij de studie van voornoemde verschijnselen bleek het spoedig, dat het nodig was, bedoelde periodieke gegevens te toetsen op hun be trouwbaarheid, terwijl ook behoefte bestond aan goede detailkaarten van de kust met de duingebieden, de rivierwerken met de aangren zende hoogwaterkeringen, enz. Hiertoe dienden bestaande raaienstelsels van de strandmetingen en de oeverlodingen nauwkeurig te worden ingemeten en nieuwe raaien stelsels te worden uitgezet en vastgelegd. Verder bestond er behoefte aan het verifiëren van de hoogte- merken voor de strandmetingen, alsmede aan het uitvoeren van de lengte- en dwarsprofielmetingen van de waterkeringen en aan andere hoogtemetingen, hetgeen leidde tot omvangrijke waterpassingen, waar van sommige periodiek moesten worden herhaald. Daar vrij spoedig over een niet onbelangrijk deel van voornoemde gegevens moest kunnen worden beschikt, om de voorgenomen studie en de uitvoering van urgente werken ter hand te kunnen nemen, rees al gauw de vraag of de toenmalige studiediensten van de kust enz.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 120