329
groten getale binnenstromen en de dienstleiding van het Kadaster
werd spoedig geconfronteerd met het personeelsvraagstuk van de ruil
verkavelingsdienst, wat moge blijken uit het feit, dat deze in 1940
reeds was uitgebreid tot 5 bureaus, met een totale bezetting van onge
veer 100 man.
Toch is het initiatief om het eens met luchtkaartering te proberen
niet van kadastrale zijde uitgegaan. Aan Prof. Schermerhorn moet
de eer worden gegeven tijdig de mogelijkheden te hebben gezien en
toen dan het blok „Eemnesser Polders" ter grootte van ca. 2100 ha in
voorbereiding was en de stemming ervan eind 1938 verwacht kon
worden, kwam van hem het voorstel met dit daarvoor zo geschikte
blok een proef te nemen. Zo kwam in maart 1938 het eerste contact
tussen Meetkundige dienst en Ruilverkavelingsdienst tot stand. Op
een mooie voorjaarsdag kwamen met hem in Eemnes samen de in
specteur van de Hypotheken en het Kadaster, Mr. H. Iwema, de met
de leiding van de Ruilverkavelingsdienst belaste ingenieur-verificateur
J. Zijlstra en ondergetekende, die als landmeter voor deze ruilver-
verkaveling zou worden aangewezen.
Natuurlijk had ik mij voorgenomen mij niet zo maar gewonnen te
geven voor de luchtkaartering en de in de ruilverkaveling ontwikkelde
terrestrische methode zo goed mogelijk te verdedigen. De te bereiken
nauwkeurigheid was daarbij geen factor, daar deze bij fotogrammetrie
voor dit slotengebied ongetwijfeld voldoende zou zijn. Het ging er
voor mij voornamelijk om of er inderdaad besparing van tijd en kosten
zou kunnen worden verkregen. Na bezichtiging van het terrein en de
nodige gedachtenwisseling werd afgesproken, dat Prof. Schermerhorn
een vliegplan zou opmaken met een kostenbegroting van een dubbel
beeldopneming 1: 5000 door de K.L.M. en het vervaardigen van
grondplans 11000 door de Meetkundige dienst, terwijl ik een begro
ting zou opmaken van de landmeetkundige werkzaamheden met en
zonder luchtkaartering. Het daaruit in geld berekende voordeel bleek
nagenoeg gelijk te zijn aan de kosten van opneming en uittekenen,
zodat in een tweede bijeenkomst kon worden geconstateerd, dat het
verantwoord was een proef met luchtkaartering te nemen.
Het is altijd, als men geen vergelijkbare objecten heeft, een moei
lijke opgave een behoorlijke begroting van landmeetkundige werkzaam
heden te maken, des te meer voor de uitvoering van een ruilverkave
ling, waar het tempo mede afhankelijk is van factoren die we niet
volledig in de hand hebben en die stagnatie en dubbel werk kunnen
veroorzaken.
Achteraf is wel gebleken, dat ik er aardig naast was geweest. Het
liep mee, ook wat de wettelijke procedure betreft en zo kon op haast
alle onderdelen van de uitvoering winst worden behaald, vooral door
dat reeds aan het begin van de ruilverkaveling over de grondplans
beschikt werd. De gehele uitvoering van dit grote blok kon nu in
recordtijd haar beslag krijgen: de stemming vond plaats op 4 november
1938; in februari 1939 werd met de schatting gestart, het plan van
ruilverkaveling was begin 1940 gereed, waarop direct de nieuwe ka-