342 o.a. wegens de ontoegankelijkheid van het industrieterrein Groot Bol ler de kaartering ontleend aan luchtopnamen. Bij circulaire van 7 december 1948 werd door de Minister de be ëindiging van de metingen van de wederopbouwplannen op kosten van het Rijk aangezegd. Nadat inmiddels enige opdrachten werden voltooid, werd het in 1950 alleszins verantwoord geacht, in verband met de grootte van het reeds opgemeten gebied, met de metingen door te gaan, teneinde een afgerond geheel te verkrijgen. Betreffende de verdeling van de werkzaamheden tussen het Kadaster en de Meetkundige dienst valt het volgende te vermelden. Vóór de hermeting beschikte het Kadaster reeds over een aantal betrouwbare plans, schaal 1: 500, aangesloten aan de R.D., gelegen in een ring om de oude stadskern. Deze plans waren vanaf 1930 tot stand gekomen tengevolge van metingen nodig voor de stadsuit breiding. Ook in Blerick waren diverse kaarteringen voorhanden, schaal 1: 500, gelegen in de bebouwde kom, samengesteld hoofdzakelijk uit metingen over de jaren 1914-1930. Deze metingen van 1914 tot 1930 waren zeer betrouwbaar, doch zonder verband. Sinds 1930 is ernaar gestreefd deze metingen te ver binden door het aanmeten van de straatzijde der huizen aan een tech nische grondslag. Helaas was deze grondslag niet aangesloten aan de R.D. Besloten werd daarom de polygonering van de bebouwde kom te completeren en aan te sluiten aan de R.D., waarna de ontbrekende straatbebouwing door de M.D.R.W. werd opgenomen. Aldus ontstond een aantal werkplans die door het Kadaster gedeeltelijk werden ge- kaarteerd met het bestaande veldwerk en gedeeltelijk werden overge nomen van de niet aan de R.D. aangesloten voorhanden zijnde grote kaarteringen. Waar aanvullende metingen nodig waren, werden die verricht door de Meetkundige dienst. Zo werd voor elk werkobject te voren een nauwkeurig onderzoek ingesteld naar het bestaan van betrouwbaar kadastraal veldwerk. Dit werd op een overzichtskaart in rood aange geven, zodat onnodig meetwerk werd voorkomen. De verkenning werd in het begin gezamenlijk uitgevoerd. Bestaande kadastrale vaste punten werden steeds in de polygonering opgenomen. De verzekering van de vaste punten geschiedde met Kad-stenen of Wat-stenen en ijzeren buizen. Vooral in de bebouwde kom werden veel ijzeren buizen gebruikt, die met de nodige controle werden vastgeme- ten aan hoeken van huizen. In enkele gevallen, waar werkzaamheden aan het straatdek waren te verwachten, werd gebruik gemaakt van verzekering met koperen bouten in gevels. Later werd de verkenning en verzekering van de hoofdpunten uit gevoerd door het Kadaster. De verdichting van het meetlijnenstelsel, de hoekmeting en lengtemeting werden uitgevoerd door de Meet-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 156