224
terrein lanes de IJssel tweemaal korte tijd na elkaar zou worden op
gemeten." Bij vernieuwing en herziening van de stafkaart was m die
tijd de dienst van de Militaire verkenningen
hoofdzakelijk aangewezen op het gebruikmaken van gegevens ver
zameld door het Kadaster, welke gegevens werden aangevuld met
plans van spoor- en tramwegmaatschappijen, van kanalen, on-
ginningen, inpolderingen enz., terwijl daarbij ook gebruik werd
gemaakt van aanwijzigen uit luchtfoto's. Door een onderhnge c-er-
gelijking van deze foto's met het blad Westervoort-Rheden nu werd
vastgesteld, dat de plaats van een op de nvierkaart ™°^eS
gebouw niet juist was getekend t.o.v. zijn omgeving. D*
kon worden opgehelderd met behulp van de kadastrale kaart, omdat
het bewuste gebouw was overgenomen van deze kaart als gelege
in het gebied landwaarts van de banchjk, hetwelk met voor opmeting
in aanmerking komt.
In deze nota dringt Ir. Stoel aan op eenheid en samenwerking van
de verschillende rijksdiensten en in het bijzonder op toepassing van
de uitkomsten der primaire en secundaire rijksdriehoeksmeting op
de kadastrale kaart, opdat de moeilijkheden voor de sta^aart
voor de chromotopografische kaart i 25.000 uit de kadastrale
kaart zullen worden verminderd. Ook de achterstand bij f herzie^
van de stafkaart wordt ter sprake gebracht in verband met de belang
die Waterstaat heeft bij het gebruik van de stafkaart als grondslag
voor de waterstaatskaart.
Bij schrijven van 30 maart 1927 zond Ir. Stoel mij deze notaOer in
zage. Als antwoord daarop zond ik op 5 apri een nota betreffende
hef gebruikmaken van de uitkomsten der Rijksdriehoeksmeting voor
de herziening van de rivierkaart en de waterstaatskaart die door
Ir. Stoel als vervolg op zijn vorige memorandum ook aan de Rijks
commissie voor Graadmeting en Waterpassing werd
er daarin op gewezen, dat er nooit verbetering zou zijn te verwaten
111 het tempo van herziening van de chromotopografische kaart lang
de weg van kadastrale hermetingen.
Ongetwijfeld zal men zonder buitensporig hoge kosten en ver
drievoudiging van het kadasterpersoneel moeten rekenen op een
periode van 50-80 jaar, die noodzakelijk zou zijn 0111 een volledig
kadastrale hermeting van Nederland tot stand te brengen. Op een
krachtige uitvoering van deze metingen zal voorlopig met gereken
mogen worden.
In de nota wordt uiteengezet waarom het gebruik van de resultaten
van de Rijksdriehoeksmeting alleen bij kadastrale hermeting het vraag-
Ituk van de toepassing dier resultaten op de samenstelling van de
stafkaarten niet noemenswaard nader tot een oplossing kan brengen.
De weg via de kadastrale hermeting is een omweg die zo lang is,
dat deze kwalijk tot het gewenste doel voert. Naar onze mem g
zullen voor de samenstelling van de stafkaarten gans nieuwe wegen