225 bewandeld moeten worden, die dit verband meer direct leggen en waarbij op andere wijze van de diensten van het Kadaster moet worden geprofiteerd, evenals van die van andere diensten en wel op zodanige wijze, dat men van samenwerking verzekerd is. Deze nieuwe wegen zijn gelegen in de toepassing der fotogrammetrie en in het volgende zullen dienaangaande enige gedachten ontwikkeld worden." Nu moet men bij het lezen van deze opmerkingen bedenken, dat in de jaren rondom 1927 de fotogrammetrie ook elders in de aandacht was gekomen. In dat jaar publiceerde H. F. van Riel in het Tijdschrift voor K. en L. zijn „eerste proeven omtrent het vervaardigen van kaarten met behulp van foto's, uit vliegtuigen opgenomen in de om geving van Wageningen". Het waren de proeven met het ontschran- kingstoestel van Roussilhe, gericht op de vervaardiging van kaarten 1 10.000. Het is dus geen wonder, dat de schrijver dezes in deze zelfde tijd pleitte voor systematische toepassing van de fotogrammetrie voor de vervaardiging van de stafkaarten. In het verband van dit artikel is deze nota van 5 april 1927 echter belangrijk, omdat daarin voor de eerste maal op duidelijke wijze het verband tussen een centrale organisatie voor landmeetkundig werk en de toepassing van de fotogrammetrie wordt gesteld. De nota is wel iswaar gericht op de vervaardiging van topografische kaarten in de ■eerste plaats, doch bij de bespreking van de fotogrammetrische afde ling van een dergelijke dienst wordt er de nadruk op gelegd, dat de kostbare outillage gebruikt moet kunnen worden voor allerlei zeer ver schillende doeleinden op cartografisch gebied. Over deze fotogram metrische afdeling wordt het volgende gezegd: „Een fotogrammetrische afdeling is de enige in deze organisatie (een centrale meetdienst), die geheel opgebouwd zal moeten worden uit niets en waarvoor zowel hulpmiddelen als personeel ontbreken. De taak van deze afdeling bestaat uit het bewerken van de nega tieven tot een schema van de kaart. Bij de huidige stand der tech niek geschiedt dit langs mechanische weg met behulp van een onthoekingsapparaat, indien men vlak terrein heeft en een meer ingewikkeld instrument, indien aanmerkelijke hoogteverschillen moe ten worden overwonnen. De hoge aanschaffingskosten dezer hulp middelen vormen ook vaak een beletsel voor de toepassing van de fotogrammetrie. Ook bij een reorganisatie van de werkwijze tot vervaardiging der topografische kaarten moet het voor waarschijn lijk worden gehouden, dat de 20.000.tot 50.000.die voor ■dit doel uitgegeven zouden moeten worden, een overwegend bezwaar zouden vormen. Het is echter niet te ontkennen, dat er in ons land nog méér toepassingsmogelijkheden voor de fotogrammetrie aan wezig zouden zijn, indien men zich niet in elk geval gesteld zou zien voor de aankoop van deze dure hulpmiddelen. Voorbeelden hiervoor vindt men in de eerste plaats in de rivierkaarten, die aan de hand van het aanwezige driehoeksnet uitgewerkt kunnen worden en zeker

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 21