248
beslissing ook ten departemente wel in beginsel te zijn gevallen ten
gunste van dit voornemen. De heer Stoel heeft in de herfst van dat
jaar en in de winter van 1930/31 gewerkt aan de voorbereiding van
de uitvoering. Verschillende vormen zijn daarbij overwogen. In juni
1930 wordt een voorstel aan de directeur-generaal van de Rijkswater
staat gedaan voor een reorganisatie van de Algemene dienst van de
Rijkswaterstaat in de vorm van een decentralisatie. In deze nota wordt
de directeur van een centrale landmeetkundige dienst regelrecht onder
de directeur-generaal gedacht. Het aantal voordelen dat in dit memo
randum wordt genoemd, is tot tien aangegroeid. Als nummer vier
noemt de heer Stoel:
„het zal aan een gespecialiseerde en wetenschappelijk geleide cen
trale landmeetkundige dienst eerder kunnen gelukken met het Ka
daster tot een regeling betreffende samenwerking te geraken, dan
thans mogelijk zou zijn voor de arrondissementsingenieur. Zulk een
regeling zou de tijd die bij grondaankoop nodig is voor de verkrij
ging van de kadastrale gegevens sterk kunnen reduceren."
Met het oog op de personeelspolitiek in de lijn van de algemene
maatschappelijke ontwikkeling moge ik hier ook nog vermelden het
geen onder 5) wordt gezegd:
„voor het doen der opnemingen en metingen zal geschoold personeel
voortdurend aanwezig zijn. De leden van dit personeel kunnen door
doeltreffende opleiding tot specialisten worden bekwaamd, zonder
dat aan hen hoge eisen van algemeen technische ontwikkeling wor
den gesteld."
Het is duidelijk, dat met deze formulering het type mensen wordt
bedoeld, waarmede de schrijver dezes in de jaren tussen 1924 en 1930
ervaring had opgedaan in het Geodetisch Bureau, meer in het bij
zonder ook de technici die reeds in die tijd als veldassistent te boek
stonden.
Over de vormgeving zijn nog allerlei gedachtenwisselingen geweest.
Ook met betrekking tot een naam zijn verschillende gedachten geuit.
Merkwaardig is, dat ik in mijn archief nergens kan ontdekken, hoe
en op welk moment men gekomen is van de in de stukken voor
komende variaties op het thema Centrale Landmeetkundige Dienst,
Centrale Meetdienst e.d. tot de thans officieel gebruikte naam Meet
kundige dienst van de Rijkswaterstaat. Wel staat het vast, dat dit
reeds onmiddellijk bij het begin de officiële naam is geweest.
Intussen kwamen tijdens de besprekingen over de overdracht van
het Geodetisch Bureau aan een gereorganiseerde centrale meetdienst
reeds vrij spoedig de plannen tot uitvoering van werken naar voren.
In dit verband zij vermeld, dat bij beschikking van 7 februari 1931
van dat jaar een krediet werd toegestaan van 80.000.voor het
tewerkstellen van vijf meetploegen voor de te verrichten opmetingen
voor de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal. Merkwaardig is, dat
op dat ogenblik de formele zijde van de organisatie nog in het geheel
niet geregeld was. Vandaar dat Ir. Stoel aan de ondergetekende voor-