255 Aan de andere kant geloof ik, dat het profijt van deze aldus op gezette kadastrale organisatie niet alleen eenzijdig aan de kant van Waterstaat is geweest, doch dat ook het Kadaster door dit bureau niet alleen een enorm aantal bruikbare grondplans verkreeg, doch ook een ervaring heeft opgedaan met technici van lagere rang, die op de beschouwing van het vraagstuk der tewerkstelling van middelbare en lagere technici voor landmeetkundig werk niet zonder invloed is ge bleven. Toen de voorlopige regeling van de samenwerking van 1932 onge veer vijf jaar had gewerkt en men daarmede gunstige ervaring had opgedaan, werd in 1937 het bestaande voorschrift onder de loep ge nomen en belangrijk sterker gedetailleerd. In de inleiding tot de aan vulling lees ik het volgende: „Nu de samenwerking zich na een ongeveer 5-jarige praktijk dermate heeft geconsolideerd, dat het vormen van een oordeel over de bereikte resultaten mogelijk is geworden, kan worden vastgesteld, dat, in het algemeen gesproken, het beoogde doel is bereikt. Van tal van uit te voeren Waterstaatswerken werden de voor aankoop of voor onteigening benodigde kadastrale gegevens tijdig ter beschikking der desbetreffende instanties gesteld, terwijl het kadastrale archief met een omvangrijke hoeveelheid gegevens werd uitgebreid. Deze en de verkregen verdichting van vaste punten zijn in sommige gevallen aanleiding geweest tot het verbeteren van de kadastrale kaarten door het aanleggen van nieuwe plans. Echter heeft de in andere gevallen gevolgde werkwijze niet steeds het grootst mogelijke nuttige effect opgeleverd. Ook is de samen werking er niet altijd op gericht geweest, de kadastrale bruikbaar heid der resultaten zo groot mogelijk te doen zijn. In het bijzonder deed een en ander zich voor bij opdrachten van beperkte omvang, terwijl de daarbij betrokken ambtenaren uiteraard geen voldoende gelegenheid vonden, zich de juiste methode eigen te maken." De laatste alinea wijst duidelijk op de moeilijkheden die op talrijke andere plaatsen in ons land voortvloeiden uit de afwezigheid van een bureau Samenwerking, zoals in Utrecht. Weliswaar strekte de be moeienis van het Utrechtse bureau zich in menig geval uit buiten de grenzen van de ambtskring van de ingenieur-verificateur in Utrecht, doch ook dat was slechts mogelijk tot zekere grenzen. De aanvulling van 1937 kwam er op neer, dat men in de gedetailleerde aanwijzingen de in het bureau Samenwerking opgedane ervaringen neerlegde en aan de Landmeetkundige dienst van het Kadaster aanbood, teneinde „een meer uniforme toepassing der samenwerking en tevens een nuttiger rendement te waarborgen". Deze aanvulling op de regeling van de samenwerking was ook nodig met het oog op de geleidelijke invoering van de fotogrammetri- sche methode voor de vervaardiging van de grondplans. De laatste vier bladzijden van de in 1937 gedrukte „Regeling der Samenwerking" zijn dan ook gewijd aan de toepassing van de luchtfotogrammetrie.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 51