De Meetkundige dienst van heden
260
kundige dienst geschreven, mede om de zeer talrijke ambtenaren die
deze dienst telt, eens enig inzicht te geven in de achtergronden van
de wereld waarin zij thans dagelijks verkeren, zonder zich rekenschap
te geven van het feit, dat hetgeen voor hen thans doodgewoon is,
eenmaal een volstrekt omstreden idee vertegenwoordigde, waarvoor
enkele mensen gedurende een reeks van jaren een systematische en
taaie strijd hebben gevoerd. De oude garde is zich daarvan nog wel
bewust. Zij die, in onzekerheid omtrent hun toekomst, met Fortuin
en mij aan het werk zijn geslagen, wisten, dat van hun resultaat het
oordeel en daarmede de toekomst van de dienst zou afhangen. Zij
werkten nog onder het kritisch oog van menig niet zeer overtuigd
technïsch-ambtenaar of buitengewoon-opzichter, soms zelfs min of
meer in concurrentie. In die jaren ging het erom het werk zodanig
uit te voeren, dat het aantal opdrachten een blijvende werkgelegenheid
zou bieden. In den beginne heeft de dienstleiding daarvoor menige
vrij bewuste poging moeten doen en heeft zij in commerciële termen
uitgedrukt, meer dan eens acquisitie bedreven. Dat was mogelijk en
verantwoord door de inspanning en het resultaat van deze oude garde.
Vandaag ziet de wereld in de Meetkundige dienst er heel anders
uit. Nu is de lagere en zelfs de middelbare rang in de landmeetkunde
in Nederland een algemeen aanvaard verschijnsel. Nu is het probleem
alleen nog maar, niet méér werk te krijgen dan men op elk ogenblik
al heeft. De jonge, na-oorlogse generatie van ambtenaren kan zich
waarschijnlijk geen enkele voorstelling meer vormen van de periode
vóór de Tweede Wereldoorlog, laat staan van die vóór de eigenlijke
stichting van de Meetkundige dienst, die toch voor de gang van zaken
in de dienst zelve van grote betekenis is geweest. Ook, en misschien
vóóral voor die generatie van mensen in de landmeetkundige wereld,
heb ik gemeend dit stuk geschiedenis uitvoerig te moeten weergeven.
Misschien om hun bij te brengen, dat niet alles zo vanzelfsprekend is,
als het op het ogenblik wel lijkt te zijn.
Juni-juli 1956.
Ir. A. J. VAN DER WEELE,
hoofd van de Meetkundige dienst van de Rijkswaterstaat:
Het is thans ongeveer 25 jaar geleden, dat de Meetkundige dienst
van de Rijkswaterstaat werd opgericht. Dat voor de herdenking van
dit feit de datum van 15 oktober werd gekozen, is formeel gezien wel
licht niet juist en menigeen zal uit het voorgaande artikel van de hand
van Prof. Schermerhorn argumenten kunnen putten om een ander
tijdstip te motiveren. De overweging echter dat een dienst slechts
dan als volledig geïnstalleerd kan worden beschouwd, wanneer zijn
leidinggevende functionarissen hun taak hebben aanvaard, gevoegd bij
een gevoel van piëteit tegenover de, helaas te vroeg overleden, eerste