276 overbruggen afstanden zijn te groot om met de daarvoor gebruikelijke optische methoden voldoende nauwkeurigheid te kunnen bereiken. Het ligt daarom in het voornemen hier het principe van de communicerende vaten (zgn. flesjeswaterpas) toe te passen en daarvoor een met water gevulde, met staal gewapende, loden buis uit te leggen. Met deze methode is reeds ervaring opgedaan in het buitenland, maar ook in Nederland bij de overbrenging van het peil over de Westerschelde (van Baarland naar De Griete). In dit laatste geval werd gebruik gemaakt van een in 1952 door de Westerschelde gelegde gaszinker. Het resul taat was zeer bevredigend. Ook om andere redenen is de activiteit van de dienst op het gebied van waterpassingen sterk toegenomen. Als voorbeelden zijn te noemen: 1. Het regelmatig bepalen en controleren van peilschalen in het Waddengebied en de Zeeuwse wateren, metingen waarbij men in hoge mate afhankelijk is van het weer en de getijen, en die de hoogste eisen stellen aan het doorzettings- en uithoudingsvermo gen van de betrokken ambtenaar. 2. Het uitvoeren van een grote hoeveelheid secundaire en tertiaire waterpassingen ter verdichting van het net van hoogtemerken. Deze metingen zijn aangevangen in samenhang met de, ten be hoeve van landbouwkundig onderzoek gevraagde, bepaling van de hoogte van een 20.000-tal grondwaterstandspeilbuizen, doch zij worden tevens dienstbaar gemaakt voor het leveren van een basis voor toekomstig bodemdalingsonderzoek. Tengevolge van de aan zienlijke uitbreiding van een aantal hoogtemerken (van ruim 4000 tot ca. 15000) zal een zevende uitgave van de registers ter hand moet worden genomen, waarbij tevens wordt overwogen de vorm geheel te vernieuwen. Ook ten aanzien van de met toene mende frequentie opduikende vraag naar een gedetailleerde hoogtekaart van Nederland zullen deze hoogtemerken goede dien sten kunnen bewijzen. De betekenis van de afdeling die belast is met het centrale beheer van de landmeetkundige instrumenten van de Rijkswaterstaat kan het best worden gekarakteriseerd door te vermelden, dat de vervangings waarde van deze instrumenten bijna twee miljoen gulden bedraagt, waarvan ruim de helft voor fotogrammetrische instrumenten. De taak van deze afdeling bestaat uit: 1. het aanschaffen en in voorraad hebben van die instrumenten waaraan de behoefte in de naaste toekomst verwacht kan worden; 2. het regelmatig (veelal jaarlijks) schoonmaken c.q. repareren van alle instrumenten; hiervoor is, in combinatie met de Technische Hogeschool, een instrumentmakerij aanwezig; 3. het aanschaffen en onderhouden van het instrumentarium dat voor de eigen dienst nodig is. De inventaris omvat onder meer ca. 70 theodolieten, ruim 250 waterpasinstrumenten, ca. 80 sextanten, ruim 40 planimeters, 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 74