283 waarin de instrumenten zijn opgesteld voorzien zijn van trillingsvrije, op rubber gelegde betonvloeren en van air-conditioning. De hoge investeringskosten maken het noodzakelijk een zo intensief mogelijk gebruik van het instrumentarium te maken. Dit is gebeurd door het invoeren van een ploegenstelsel, normaal twee per dag, zo nodig echter drie. Thans zijn bij de dienst de volgende instrumenten in gebruik: a. voor aerotriangulaties en kaarteringen op grote schaal: 2 stereoplanigrafen (Zeiss type C4 en C8), 2 autografen (Wild type A5 en A7) en 1 stereosimplex (Santoni type III); b. voor kaarteringen op kleine schaal: 3 autografen (Wild type A6) en 3 lichtpuntkaarteerapparaten (De Koningh); c. overige instrumenten: 2 radiaaltriangulatoren (De Koningh), 1 stereocomparator (Zeiss), 1 ontschrankingstoestel (De Koningh), ca. 30 stereoscopen (verschillende typen en fabrikaten), enz. Het is te verwachten, dat aan dit instrumentarium in de toekomst nog wel uitbreiding gegeven zal moeten worden, daar de toepassings mogelijkheden van de fotogrammetrie zich nog steeds uitbreiden. De taak van de rekenafdeling is, door haar naam alleen al, direct duidelijk. Haar werk is niet spectaculair doch uiterst belangrijk. Hier immers wordt het best een inzicht verkregen in de nauwkeurigheid van de grondslagen voor de kaarteringen, onverschillig of zij langs terrestrische of langs fotogrammetrische weg verkregen werden. Voor zover de berekeningen betrekking hebben op metingen die met de gebruikelijke landmeetkundige methoden zijn verkregen, vol gen zij in het algemeen de reeds lang bekende wegen, zij het dan dat systematisch gebruik gemaakt wordt van rekenmachines ter vervanging van de verouderde logaritmische berekeningen. De grote variatie die zich voordoet in de te behandelen problemen, maakt echter dat van clichéwerk slechts voor een gering gedeelte gesproken kan worden. De fotogrammetrische berekenings- en vereffeningsmethoden zijn grotendeels origineel en in de dienst ontwikkeld. Deze ontwikkeling heeft nog steeds geen rustpunt bereikt, hetgeen enerzijds het werk soms moeilijk, anderzijds interessant maakt. De grootste afdelingen van de Meetkundige dienst zijn de twee tekenafdelingen. Ook hier is sprake van een zekere specialisatie in die zin, dat de ene afdeling zich in hoofdzaak bezig houdt met kaarte ringen van de terrestrische metingen, de andere belast is met het tekenwerk dat samenhangt met het fotogrammetrische werk. De pri maire taak van beide afdelingen is uiteraard ervoor te zorgen, dat de geproduceerde kaarten aan de normale eisen van nauwkeurigheid en netheid voldoen en dit doel te bereiken op zo efficiënt mogelijke wijze. Van niet veel minder belang is echter de hiermee samenhangende secundaire taak, nl. het uitoefenen van een zekere controle op alle

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 81