285
o. Tussen 1931 en 1942 werden, uitsluitend ten behoeve van aanleg
c.q. verbetering van wegen en kanalen, ca. 60.000 ha gemeten.
Hiervan zijn ca. 2.200 grondkaarten en een iets groter aantal
situatiecalques vervaardigd, grotendeels op schaal 1: 1000, een
enkele maal 1: 500 of 1: 2500. Bovendien zijn voor dezelfde wer
ken ruim 8.000 profielen gemeten en getekend op ca. 1235 profiel
calques.
b. Tussen 1945 en 1947 werden ca. 100 grondkaarten op schaal
1: 500 ten behoeve van de wederopbouw van vernielde dorps- en
stadskernen vervaardigd.
c. De aantallen in de jaren 1953 t/m 1933 uit terrestrische metingen
vervaardigde tekeningen zijn gespecificeerd:
grondkaarten ca. 650
beheerskaarten ca. 290
situatiecalques ca. 1070
profielcalques ca. 300*
niet inbegrepen de over ruim 1600 km hoogwaterkeringen en dijken
gemeten lengte- en dwarsprofielen.
d. Uit luchtopnamen zijn in de jaren 1952 t/'m 1955 onder meer ver
vaardigd:
kaarten ten behoeve van de ruilverkaveling 330
hoogtelijnenkaarten 1: 1.000 t/m 1: 2.500 110
situatiekaarten van waterwegen 1: 1.000 t/m 1: 5.000 150
e. enz.
De wijze waarop in het voorgaande een beschrijving is gegeven van
de verschillende afdelingen van de Meetkundige dienst heeft tot gevolg,
dat het beeld van de activiteit van de dienst onvolledig is. Vooral de
vele contacten met andere diensten zijn hierdoor nauwelijks tot hun
recht gekomen. Deze omissies te herstellen is te meer noodzakelijk
omdat deze contacten voor een deel niet meer uit het bestaan van de
dienst weg te denken zijn zonder zijn karakter wezenlijk aan te tasten.
In de eerste plaats dient te worden genoemd het contact met het
Kadaster, waarmee van de aanvang af een nauwe samenwerking nood
zakelijk was. De „Regeling van Samenwerking", voor het eerst vast
gesteld in 1932 en aangevuld en gewijzigd in 1937, vormt als het ware
de grondwet voor de verdeling van werkzaamheden. Typerend voor
de geest waarin in het algemeen deze „Regeling" in de praktijk werd
toegepast, is wel dat het enige gedrukte exemplaar dat in het archief
van de Meetkundige dienst aanwezig was, lange tijd zoek is geweest
zonder dat het gemis werd gevoeld. Voor zover moeilijkheden worden
ondervonden zijn deze meer het gevolg van personeels- of tijdgebrek
bij één van beide partijen dan van meningsverschil over het principe
van de samenwerking.