291
vonden en die gang van zaken wilde nog wel eens kwaad bloed zetten.
Nu moeten de genoemde bezwaren ook weer niet al te breed worden
uitgemeten, want nieuwe wegen en kanalen worden nu niet bij voor
keur ontworpen door het uitbreidingsgebied van steden en dorpen,
terwijl juist in dat gebied kadastraal gesproken in den regel het
meeste te doen is. Hetgeen niet wegneemt, dat de geopperde bezwaren
als juist moesten worden erkend.
Wat ook veelal werd tegengeworpen was, dat de kadastrale toepas
sing van samenwerkingsobjecten eindeloos op zich liet wachten. Tegen
woordig zou je dat verwijt niet meer horen, omdat het helaas zo is,
dat aan nagenoeg alle bureaus van de landmeetkundige dienst de nog
te behandelen kaarten reg. nr. 9 de kasten uitpuilen. Maar in de jaren
vóór de tweede wereldoorlog waren we nog niet zo in mineur en de
landmeter was normaliter bij machte zijn district onder de knie te
houden. En dat het hem soms irriteerde, dat ingrijpende veranderingen
gemeten waren doch „in portefeuille" bleven, wie zou dat niet kunnen
begrijpen
Het is wel een vrij diepe duik in het verleden, die ik bezig ben te
nemen. Om eerlijk te zijn, waarschijnlijk meer ondernomen uit eigen
liefhebberij dan ter stichting van anderen. Het is wel eens prettig te
verwijlen in het voorbije, waarvan het minder plezierige vervaagde
en het voldoening-gevende helderder naar voren komt. En er was
toch wel heel veel dat voldoening gafVoor mij persoonlijk in de
eerste plaats het exerceren buiten met een groot aantal jonge en over
wegend ook enthousiaste mensen, waarvan een relatief slechts klein
gedeelte in meerdere of mindere mate kadastraal geörienteerd was.
Gemakkelijk heb ik het daarbij niet gehad, wel prettig. De leiding van
de landmeter van het kadaster werd door het personeel van de Meet
kundige dienst niet alleen als iets vanzelfsprekends geaccepteerd, maar
ook op prijs gesteld en het kostte dikwijls heel wat hoofdbrekens om
aan verzoeken „om eens gauw te komen kijken naar die en die ka
dastrale scheidingen" te voldoen. Hoe zou ik in dit verband de naam
van mijn vriend Fortuin kunnen verzwijgenWij waren volkomen
op elkaar ingesteld en deze gunstige omstandigheid werkte vanzelf
sprekend ook naar beneden door. De dagen waarop hij tijd kon vinden
het veld in te gaan (het waren er helaas niet zo veel) en wij samen
meetploegen bezochten, waren hoogtijdagen, waaraan ik niet alleen
met genoegen, maar ook met grote dankbaarheid terugdenk.
Vragen we ons nu af en hiermee spring ik over naar het heden
-- of we er nu zijn met onze samenwerking, of we daar een maximaal
nuttig effect uit halen, dan kan ik deze vraag niet met een volmondig
„ja" beantwoorden. Toegegeven, er is heel wat bereikt en dat ik daar
aan gedurende enkele jaren heb mogen meewerken, stemt tot voldoe
ning. Uiteraard bekijk ik het resultaat alleen van de kadastrale kant
en dan moet het mij van het hart, dat lang niet overal aan onze bureaus
het volle profijt getrokken wordt van in de vorm van grondplans en
daarbij behorende waterstaatsveldwerken in het eigen archief beschik
bare gegevens. Ik denk hierbij niet aan zgn. inmetingsveldwerken van