Technische hogeschool - Meetkundige dienst 293 Prof. ir. W. BAARD A, hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft, voorzitter van de subafdeling Geodesie Dat simpele streepje, het symbool van een band. Kan een betere keuze worden gedaan om aan te geven hoezeer het lot van de Meet kundige dienst van de Rijkswaterstaat verbonden is en altijd verbon den is geweest met de T.H. Wij leven in een dichtbevolkt land. Eén stap te ver en men treedt op het terrein van zijn buur, om van diens tenen maar te zwijgen. Geen wonder dat wij ons bemoeien met andermans zaken. Zo zegt men ons: we mogen niet meer spreken van het optreden van een band tussen mensen of instituten, doch van het vóórkomen, hoewel het ont staan van een band ook voorkómen kan worden. Zou het gebruik van het woord band voor het bedoelde symbool ook taalkundig onjuiste gedachtenassociaties kunnen wekken? Maar ik zou geen vervangend woord kunnen bedenken, dat in evenveel combinaties gebruikt kan worden als band, zoals: innige band en knel lende band. Aan het eerste denk ik in de eerste plaats als ik neerschrijf T.H.-Meetkundige dienst, het tweede kan vóórkomen maar meestal niet voorkómen worden. Immers wij leven in een dichtbevolkt land. Dit is niet altijd zo geweest. Het geodesiegebouw is, evenals ons land, minder dicht bevolkt geweest; in de jaren dertig leek immigratie nodig om verval van grootheid te voorkomen; de band was geboren, de band werd steeds inniger, ten slotte werd de band steeds knellen- der, de band werd gevoeld als een huwelijk met gemeenschap van goederen, steeds meer stemmen gingen op, die scheiding van goederen, zo niet algehele scheiding, bepleitten. Die scheiding van goederen is er dan nu gekomen, maar de algehele scheiding is gelukkig uitgebleven. Gelukkig, immers hoe kan een onderwijs- en researchinstelling zich ontwikkelen als geen nauwe con tacten bestaan met de praktijk en als de docenten het middel van per soonlijk contact met geodeten die via praktische opgaven tot het beoefe nen van de geodetische ingenieurswetenschap zijn gekomen, ontnomen wordt De gegroeide en nu toch zeker niet meer als knellend beschouwde band tussen T.H. en Meetkundige dienst is een lichtend voorbeeld voor andere dergelijke contacten. Wij zien de geografische grenzen, maar zij zijn er om overschreden te worden, hoe meer hoe liever, tot heil van beide instituten. Geen wonder, dat het met vreugde is, dat ik in dit herdenkingsge- schrift enkele regels mag schrijven over deze band der banden. Van harte wens ik, dat verhouding en samenwerking tussen T. H. en Meetkundige dienst ook in de komende decennia even goed als tot nu toe mogen blijven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 91