295 zoals deze vóór de inschakeling van de Meetkundige dienst plaats vond voor het uitwerken en vaststellen van het plan voor de aan te leggen Rijksweg en het verkrijgen van de gegevens voor aankoop of ont eigening van de benodigde gronden. Het behoeft geen betoog, dat de geschetste werkwijze zeer veel tijd vorderde, mede omdat vanwege de dienst van het Kadaster opnieuw uitvoerige opmetingen moesten worden verricht. Een ander bezwaar was, dat maar al te vaak de betrokken Rijkswaterstaatsdienst niet kon beschikken over personeel met voldoende ervaring in het verrichten van opmetingen. Het verdient in dit verband vermelding, dat reeds enkele jaren vóór de inschakeling van de Meetkundige dienst te Delft in 1931, de toenmalige arrondissements-ingenieur te Hoorn, Ir. J. H. van der Burgt, een uitvoerig gemotiveerd voorstel heeft gedaan om het ver richten van de meetkundige werkzaamheden, nodig voor de aanleg van het 43 km lange wegvak Amsterdam-Lambertschaag, zijnde een onderdeel van de in het Rijkswegenplan 1927 onder weg nr. 7 opge nomen verbinding Amsterdam-Den Oever (-Leeuwarden), op te dra gen aan het Geodetisch bureau te Delft, staande onder directie van Prof. ir. W. Schermerhorn aldaar. Na verkregen ministeriële machtiging werd in 1929 met genoemd bureau een onderhandse overeenkomst gesloten voor het uitvoeren van de volgende werkzaamheden: a. het opmeten van een terreinstrook langs het ontworpen tracé van de Rijksweg Amsterdam-Lambertschaag; b. het uitvoeren van de, in aansluiting aan de onder a genoemde werkzaamheden, nodige berekeningen; c. het in kaart brengen van de onder a genoemde terreinstrook; d. het uitzetten en plaatsen van door contractant te enerzijde aan con tractant te anderer zijde ter beschikking gestelde, kilometer- en ka- dasterpalen. Voor het uitvoeren van de opgedragen werkzaamheden was een tijdvak van 11 maanden gesteld. Wegens een te voren overeengekomen nauwe samenwerking met de daarvoor aangewezen landmeter van het kadaster mocht terecht worden verwacht, dat van die zijde slechts geringe bijmetingen nodig zouden zijn en derhalve op korte termijn de verlangde kadastrale gegevens voor de aankoop van gronden aan de Rijkswaterstaat zouden kunnen worden verstrekt. Deze regeling heeft inderdaad voldoening geschonken. De inschakeling van de Meetkundige dienst te Delft, eerst onder leiding van Prof. ir. W. Schermerhorn, daarna onder leiding van de adjunct-hoofdingenieur, wijlen de heer J. G. Fortuin, en thans onder het hoofd van de Meetkundige dienst, Ir. A. J. van der Weele, heeft een belangrijke wijziging gebracht in de hiervoren beschreven werk wijze, doordat een groot deel van de voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van een nieuwe rijksweg door genoemde dienst is overgenomen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 93