301 getekend, alle geconstrueerd in het coördinatennet van de Rijksdrie hoeksmeting. Van deze grondplans vervaardigde de M.D. situatiecalques op Im periaal calqueerlinnen, waarop door de Rijkswaterstaat het project nader werd uitgewerkt. De Landmeetkundige dienst van het Kadaster identificeerde de kadastrale perceelsscheidingen op de grondplans en deelde het resultaat van de identificatie op een afdruk van de ge noemde calques aan de Rijkswaterstaat mede. Door de M.D. was inmiddels een lengteprofiel-waterpassing uitge voerd en op gebroken schaal i100/2500 in tekening gebracht. Loodrecht op de uitgezette as werden voor het traject Amsterdam- Utrecht om de 50 m, en voor de trajecten Utrecht-Jutphaas-Vrees- wijk en Jutphaas-Tiel om de 100 m, dwarsprofielen opgenomen, waar nodig aangevuld door extra profielen. Deze profielen zijn alle aan de meetkundige grondslag vastgelegd en in Delft op schaal 1: 200 getekend. In totaal zijn voor dit werk ca. 75 km lengte- en ca. 2000 dwarspro fielen opgenomen en getekend. De resultaten zijn vastgelegd op ca. 500 linnen calques formaat B 6 (60 X 120 cm). Na uitpassing van de coördinaten van aspunten op witdrukken, werden de asvergelijkingen opgesteld en de coördinaten van kilometer- en hectometerpalen en tangentpunten berekend en op het terrein uit gezet. De grenzen van de voor aankoop bestemde gronden werden in coör dinaten ten opzichte van de as vastgelegd, op het terrein uitgezet en verzekerd met de bekende beton-R.G.-palen. De M.D. verzekerde bij de aanvang van het werk de as van het kanaal op bepaalde afstanden buiten het werk met zware piketten (detailmeetpunten) waarvan ook de hoogte werd bepaald. Het uitzetten van de sluisassen, boordvoorzieningen en het aan geven van hoogtematen voor grond- en kunstwerken bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal, is steeds geschied door de M.D. Bovendien zijn talrijke afzonderlijke metingen verricht, o.a. regel matige hoogtemetingen van terreinen en gebouwen, waarvan was te verwachten, dat deze tijdens de uitvoering van grote kunstwerken in verband met de daarvoor benodigde bronbemaling zouden zakken. Door diepe ingravingen in en belangrijke ophogingen van terreinen waren eveneens vormveranderingen te verwachten, die doorlopend moesten worden gecontroleerd. Ook werden metingen verricht tijdens het beproeven van havendij- ken en door waterdruk veroorzaakte doorbuigingen of verplaatsingen. Een en ander is steeds met de grootste nauwkeurigheid verricht. De revisietekeningen, de zgn. beheerskaarten, zijn voor het Amster dam-Rijnkanaal tussen Jutphaas en Tiel vervaardigd aan de hand van terrestrische metingen. Voor het kanaalgedeelte Amsterdam-Jutphaas geschiedt dit door kaartering uit luchtopnamen, waarna met behulp van bijmetingen op het terrein (de zgn. naverkenning) de tekeningen ge completeerd worden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1956 | | pagina 99