RECHT EN ADMINISTRATIE
De ontwerpen van wet tot vaststelling van de
inleidende titel en de eerste vier boeken van het
nieuwe burgerlijk wetboek
384
World Cartography, volume III, 1953. P. G. Mott. Aerial survey
for cadastral mapping.
De schrijver beveelt voor de kadastrering van steden, in het bijzon
der in de minder ontwikkelde gebieden, de toepassing van de lucht-
fotogrammetrie aan. Hij noemt twee voorbeelden: Amman en Durban.
G. F. W.
Mr. ir. C. G. VAN HULS,
Hypotheekbewaarder te Leeuwarden
Vervolg van blz. 80 en slot)
Met de redactie van de vierde stelling is het Bestuur van de Ver
eniging voor K. en L. niet erg gelukkig geweest; zoals de wensen op
dit punt zijn geformuleerd, moeten we tot de slotsom komen, dat ze
uitgaan naar een negatief stelsel waarin de nadelige gevolgen, voort
vloeiende uit het negatief zijn, zoveel mogelijk worden ondervangen.
De toelichting die het Bestuur op deze stelling geeft, leert echter
anders. Daaruit blijkt, dat het niet gaat om de vraag positief of nega
tief (dit laatste is immers reeds volledig aanvaard), doch om beper
king van de onvolledigheid van het stelsel van openbaarmaking in het
algemeen. Uit diezelfde toelichting mogen we opmaken, dat dit stelsel
pas als volledig kan worden aangemerkt, indien alle mutaties met be
trekking tot de eigendom openbaar worden gemaakt door (verplichte)
inschrijving in het openbaar register. Waarom dit streven naar vol
ledigheid van het civielrechtelijke stelsel van openbaarheid? De ver
klaring hiervoor schuilt in het verlangen naar vervolmaking van het
kadaster, naar overeenstemming van de kadastrale registratie (tenaam
stelling) met de werkelijke rechtstoestand. In het huidige stelsel is men
nog ver van dit ideaal af. Weliswaar put de kadastrale administratie
een groot deel van de gegevens voor de bijhouding van het kadaster
uit de ter overschrijving aangeboden akten, doch aangezien langs die
weg talrijke wijzigingen in de eigendomstoestand (men denke aan
erfopvolging, scheiding) niet tot haar komen, is zij wel verplicht andere
bronnen aan te boren, bronnen die niet op het terrein van het privaat
recht, doch op dat van het publiekrecht liggen (o.a. de memories van
successie, die het belastingrecht tot basis hebben).
Overzien we de pogingen gedurende meer dan een eeuw in het werk
gesteld om het kadaster meer betekenis te geven in het rechtsverkeer,
om het tot een instituut ten behoeve van de rechtszekerheid te maken,
dan blijken zij bijna alle gericht op een nauwere binding met het civiel-